worden gekeerd weten we niet, maar in 1825 drukte het hoge
water bij storm juist hier het dijkgedeelte weg. Gevolg een
watersnood tot ver voorbij Zaandam...
Tijdens de invasie vorderden de Bataafs-Franse troepen kaarten
bij de polderbesturen, voor zover niet bezet. De best bruikbare
waren die van de Uitwaterende Sluizen, vooral de viervelskaart,
die het hele gebied boven het IJ bestreek. De commandant van
de Franse genie, St. Julien, vorderde de koperen drukplaten van
de grote, zeer gedetailleerde zestienvels kaart al op 14 oktober
1799 in Alkmaar. Hij liet er bij Covens en Mortier in Amsterdam
63 afdrukken van maken. Naderhand vroeg St. Julien het
Alkmaarse stadsbestuur om 90 el linnen om de kaarten op te
plakken. Krayenhoff rekwireerde de platen, inclusief die van de
viervels-kaart, op 14 februari 1800 nog eens. Hij maakte inten
sief van de bijgedrukte kaarten gebruik bij het maken van
plannen voor de bouw van allerlei versterkingen in Noord-
Holland. De vrees dat de Engelsen nog eens terug zouden
komen zat er diep in.
Het hoge Camperduin werd onder leiding van Krayenhoff in een
ware vesting veranderd met een bolwerk aan de voet van het
duin en nog een hoger op. De kaartgegevens waren echter circa
130 jaar oud met als gevolg dat de dubbele versterking staat
aangegeven op de plaats die in 1799 ul lung in zee was verdwe
nen.
De batterij wordt enige malen genoemd omdat deze een
permanente functie kreeg. Aangelegd na de capitulatie van de
invasietroepen op 18 oktober was zij eerst voorbestemd in geval
van een herhaalde aanval de vijand met succes te keren. De
Zijpe, de Harger- en de Pettemerban waren dan geïnundeerd,
zodat daar geen passages mogelijk waren. Een formidabele
Mr.J. Nuhoutvan der Veen, dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van de
Hondsbossche 1796-1833. Ets door R. Vinkeles.
Engelse stellingen op de Zijper Zeedijk bij Oudesluis. Op de achtergrond de molen
De Vlieger. Krayenhoff ivas van plan de Engelse batterijen hier om te draaien
zodat ze bij eventuele nieuwe landingen door het Bataafse leger konden worden
gebruikt. Ets door Heath naar E. Walsh.
batterij bij Oude Sluis was voldoende om de weg naar Medem-
blik te beschermen. Bij Camp was zoals gezegd plaats voor 14
stuks zwaar kaliber geschut en 8 houwitsers alle opgelegd in 's
Lands arsenaal in Hoorn. De duinregel ten noorden van de
versterking was kaarsrecht en 300 roe lang en bood, zoals
elders reeds genoemd, voor een aanstormende cavalerie geen
enkele bescherming. Aldus luitenant-kolonel Le Fevre de Mon-
tigny op 6 februari 1800.
Het hoogheemraadschap zag een groter en gevaarlijker vijand;
de brede en diepe sleuf was een ontoelaatbaar zwakke plek in de
zeewering bij hoog water en storm. Ze was maar liefst 12 a 13
voet diep en 28 voet breed.
Tenslotte gaf Krayenhoff in 1803 namens het Staatsbewind de
opdracht tot amovering. Meer dan 1.347 gulden en 8 stuivers
zou het niet mogen kosten. Een niet gering bedrag en toch nog
onvoldoende.
Geleidelijk en toch vrij snel verdwijnt de oorlog uit de archief-
boeken en langzamerhand uit de herinnering van de mensen, al
zou de invasie met zijn rampzalige gevolgen nooit uit publica
ties van allerlei aard verdwijnen. Soms frist ook het zeewater
ons menselijk geheugen op. In 1986 -hetzelfde jaar van de
lugubere vondst in de Slaperdijk- spoelde de immer aan de
Hollandse kust knagende Noordzee ook op het strand bij Den
Helder een skelet van een gesneuvelde soldaat bloot. Soms
werpen gebeurtenissen hun schaduw vooruit. Andere laten lang
een schaduw na. Dat was het geval met de inval van de Engelsen
en Russen in 1799.
17