Laatste rustplaats: Slaperdijk Na de landingen bezetten de Engelse troepen zonder al te veel moeilijkheden Den Helder en de Zijpe. In deze polder lagen zij in een uitstekende stelling achter hoog boven het vlakke polderland uitstekende dijken. De opperbevelhebber van de Frans-Bataafse troepen, generaal Brune, besloot op 10 septem ber een tegenaanval te wagen. Bataafse troepen trokken op naar Eenigenburg, Sint Maarten en Krabbendam. Een grote Franse strijdmacht probeerde bij de Hondsbossche de Zijpe binnen te dringen. De eerste Franse colonne rukte over Kamp richting Petten op. De soldaten stuitten op zwaar vuur van de Engelse artillerie. Bovendien lag er een fregat voor de kust. Dat nam de Franse troepen ook onder schot. De tweede colonne probeerde het bij de Slaperdijk. In het open polderland werden de soldaten weggemaaid door het Engelse vuur. Toch probeerden dappere grenadiers zwemmend de vaart voor de Oude Schoorlse Zee dijk over te steken. Zij werden allemaal gedood of gewond of verdronken in het water. De uit de Jura afkomstige brigadier-generaal David kreeg reeds aan het begin van de slag een snaphaanschot in de hals. Toen hij werd afgevoerd rukte een kanonskogel hem ook nog een arm af en doodde een van de dragers. Hij overleed enkele dagen later in Alkmaar en werd met volledige militaire eer in de Grote Kerk ter aarde besteld. Voor de lagere rangen was een dergelijke begrafenis niet weggelegd. In de Alkmaarse leger- hospitalen gestorven gewonden werden zonder enig ceremo nieel in de wallen van de stad onder de grond gestopt. Op het slagveld gesneuvelde soldaten verdwenen in massagraven op de plek waar zij het leven hadden gelaten. Zo stuitte men in 1986 bij graafwerkzaamheden in het westelijk talud van de Slaperdijk op een skelet. Uit een bij deze menselijke resten gevonden knoop kon worden afgeleid dat het om een in 1799 gesneuvelde Franse soldaat van het 72' regiment ging. Het gemeenlandshuis en omgeving Jan Klinkhamer, die kastelein was van het grote gemeenlands huis bij Petten, wist ervan mee te praten. Gelukkig voor ons zette hij een en ander op papier om de heren van het bestuur eerbiedig te vragen zijn geleden materiële schade te helpen vergoeden. Hij schrijft hoe hij -vermoedelijk in paniek geraakt met zijn vrouw enige "tilbare goederen", zo gauw hij van de landing hoorde, naar Alkmaar in veiligheid bracht. Van plan meteen weer naar het gemeenlandshuis terug te keren. Geen kans. Wagen en paarden werden door de Bataafse troepen op weg naar het front gevorderd. Hij zou ze nooit terugzien. Schade 500 gulden. Toen die troepen zich hadden moeten terugtrekken en de wegen en dijken bezet waren, liep de bestandslijn juist dwars over de Waker- en Slaperdijk heen en het duurde lang voordat Jan Klinkhamer de deplorabele situatie thuis onder ogen kreeg. Alles vervuild, veel geroofd, vernield. Zijn totale schade raamde hij op bijna 8.394 gulden. Op 27 december dient hij een volledige lijst met maar liefst 128 posten in (zie bijlage). Zelfs zijn kanariekooi was verdwenen. Het Het gemeenlandshuis in 1789. Sinds 17g6 zwaaide hier kastelein Jan Klinkhamer de scepter. Na zijn dood in 1821 nam zijn weduwe de junctie waar tot haar overlijden in 1832. bestuur van het hoogheemraadschap schat de eigen schade op 48 a 50 duizend gulden en gaf in 1801 de kastelein een vergoe ding van 1000 gulden, zich afvragend of Klinkhamer wel de juiste voorzorgen had genomen. Wat een ellende! Het gemeenlandshuis was een puinhoop. Op 22 november 1799 bracht de secretaris aan een achttal bestuursleden in De Rode Leeuw in Alkmaar verslag uit van een bezoek aan gebouwen en dijken. "Niet dan met aandoening kan hij de verwoesting, aldaar gevonden herdenken". Aan huis en stalling waren nauwelijks meer dan 50 hele ruitjes te tellen. Deuren, vensters, kozijnen, een groot deel van de houten vloeren, lambriseringen, kasten, bedsteden, al het hout van de logeerkamers op zolder, de schuttingen in de tuin en rondom het erf, de houten wegen (wanden) van de kapschuur, loods en stallingen waren uitge broken en verbrand. De staande en liggende ijzerplaten, pas nog vernieuwd, in stukken gesprongen: de houten spitsen op de schoorstenen verbrand, al het meubilair in stukken geslagen en in vlammen opgegaan. De papieren die in de kamer van de secretaris in de kasten aanwezig waren en ook die in de kist op zolder lagen, waren verscheurd en bevuild. Niets zou daarvan gered kunnen worden. Dit zei de secretaris/penningmeester, die daarvoor zijn redenen had. 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1999 | | pagina 10