Kust en Kaart
Ook hier bleek weer eens hoe Henk Schoorl kans zag via
minutieus archiefonderzoek in combinatie met bodemkundige,
hydrografische en klimatologische gegevens ontwikkelingen
samen te vatten, die hij vervolgens via knappe kaart-
reconstructies zichtbaar maakte tot wat hij noemde een
beeldverhaal. In de necrologieën die aan hem gewijd zijn wordt
daarom deze heel bijzondere verdienste voor de historische
geografie regelmatig genoemd. De diversiteit aan schriftelijke
bronnen kon bij hem niet gauw te veel worden. Hij gebruikte
voor zijn doel o.m. kaartschetsen, rapporten, resultaten van
lodingen en metingen, maar eerst dan, nadat ze nauwgezet op
hun waarde en verschijningsvorm waren gewogen en met elkaar
in verband gebracht. Dat de kaarttekenaars zelf hierbij de
nodige aandacht kregen was voor de genealoog Schoorl een
vanzelfsprekendheid. Samenlevingen uit het verleden die, zoals
hij het uitdrukte, oud bronnenmateriaal als 'fossielen' hebben
achtergelaten, waren immers levende communicatieve
systemen. 'In landschapsvormen, in woon- en bouwsystemen,
die eens beantwoordden aan levenspatronen, in brieven,
rapporten, memoranda, rekeningen en ander cijfermatig
materiaal, in tekeningen, kaarten en kladnotities, ligt de
communicatie van die samenlevingen besloten' .Zo schuilt voor
hem bijvoorbeeld de waarde van oude kaarten in de mededeling
die zij bevatten. Historische kaarten en vooral handschrift-
kaarten hebben bijna zonder uitzondering een dienend
karakter. Zij zijn illustratief en als ondersteuning van de tekst
bedoeld o.m. bij rapporten, resoluties, verweerschriften en
processen. Daaraan ontlenen ze hun betekenis. Ze mogen
daarom ook nooit los van elkaar worden gezien. En dan komt
zo'n typisch Schoorliaanse uitroep: 'Het ongedocumenteerd
verbreken van het verband tussen kaarten en geschreven teksten
en het onderbrengen van kaarten in zelfstandige collecties,
zonder verwijzing naar de onderlinge samenhang is een van de
grote 'zonden' waaraan de 19e en begin 20e eeuw zich bij
inventarisatie en bewaring van kaarten te buiten zijn gegaan'.
Daar komt nog iets bij. Men dient bijv. te beseffen, aldus
Schoorl, dat landmeters veelvuldig gebruik maakten van ouder
en zelfs verouderd kaartmateriaal. Zij kopieerden overzichts
kaarten en brachten daarop voor hun doel belangrijke actuele
details aan, of stelden overzichtskaarten samen uit enigszins
betrouwbaar, in ieder geval oud basismateriaal. Alleen het deel
waar het hun om ging gaf de reële situatie weer, de rest kon een
kaartbeeld zijn van jaren her. Een jaartal op een kaart is dus lang
niet altijd een garantie dat het totale kaartbeeld beantwoordt
aan de werkelijke situatie van dat jaar. Voorzichtigheid is dus
geboden. Eén afzonderlijke kaart is daarom vaak niet voldoende
om een juiste reconstructie te krijgen. Gaat dit uitgangspunt
reeds algemeen op, voor de Hollandse kustgebieden geldt het
nog in sterkere mate. Hele stukken van het kustgebied waren
moeilijk bereikbaar en veranderingen deden zich daar vaker en
sneller voor dan in het binnenland.
Reconstructie van de permanente kustajslac) bij het oude uissersdorp Esmond aan Zee, zoals
Henk Schoorl die distilleerde uit een notitieboekje uan landmeter Gerrit Hengeueld.
-'•/M
II