yrm" Van Foreest contra de Provincie en het Rijk 61 23 Ondertussen was het bestuur van het hoogheemraadschap nog steeds niet tot een definitief besluit over de reconstructie van de zeewering gekomen. Nadat begin mei 1870 duidelijk was geworden dat het Rijk niets voor overname van de Hondsbossche voelde, probeerde Van Foreest op 14 juni spijkers met koppen te slaan. Hij stelde ronduit voor tot uitvoering van het door hem ontwikkelde plan te besluiten en daarvoor subsidie aan te vragen. De vergadering -die volledig op de hoogte was van zijn pennenstrijd met Conrad- ging echter niet met hem mee. De hoofdingelanden weifelden. Er was verder onvrede over het feit dat de dijkgraaf de zaken niet van te voren met de hoogheemraden had besproken. Tijdens een schorsing van de vergadering vond alsnog overleg tussen Van Foreest en de hoogheemraden plaats. Na de schorsing stelden de hoogheemraden voor in ieder geval een verzoekschrift om subsidie in te dienen en de plannen van de dijkgraaf met dit verzoek mee te zenden. De hoofdingelanden stemden hiermee in. Zo werd de beslissing min of meer in handen van de Provincie gelegd, die de plannen hoe dan ook moest goedkeuren. Op de zesde oktober vond dan eindelijk de beslissende vergadering plaats. Van de Provincie en het Rijk was onder tussen bericht ontvangen dat er niet over subsidie kon worden beslist zolang er geen duidelijk reconstructieplan was vastgesteld. Het plan-Van Foreest -inmiddels door de hoog heemraden onderzocht en aanbevelenswaardig bevonden- werd door de hoofdingelanden aangenomen. Wel stonden zij op het herstel van de hoofden.62 Nog dezelfde dag ging een hernieuwde subsidie aanvraag met alle plannen de deur uit. In mei 1871 kwam het antwoord binnen. GS hadden behoorlijk moeite met het plan-Van Foreest. Waarom moest er aan de Hondsbossche nu een ander stelsel worden gevolgd dan dat van Conrad? De deugdelijkheid daarvan was immers aan de Pettemer Zee wering reeds gebleken. Bovendien verdiende het natuurlijk de voorkeur dat de kustverdediging van Petten tot Kamperduin over de gehele lengte op dezelfde wijze zou worden ingericht. De om advies gevraagde hoofdingenieur van Noord-Holland Ortt moest evenwel toegeven "...dat er geen voldoenden grond bestaat, om h priori te besluiten, dat met het door het dijksbestuur vastgestelde werk, geen...afdoende verdediging zal worden verkregen". Toch adviseerden GS aan Minister van Binnen landse Zaken Thorbecke de navolging van het stelsel van de Pettemer als voorwaarde voor de verlening van de subsidie te stellen. Dit ging Thorbecke echter te ver. Wel begeerde hij dat GS namens hem nadrukkelijk de aandacht op de wenselijk heid van het aanhouden van het stelsel-Conrad zouden vestigen. Verder ontleende hij de hoogte van de subsidie hieraan. Die stelde hij op 400.000 gulden, één vierde van de reconstructiekosten bij toepassing van het plan-Conrad. Dit bedrag zou in vijf gelijke jaarlijkse termijnen ter beschikking worden gesteld. Tenslotte verbond Thorbecke aan de verle ning van de subsidie de voorwaarde dat de hoofden in de toekomst op lengte werden onderhouden. De Provincie legde zich hier schoorvoetend bij neer en verleende op zijn beurt eveneens een subsidie van vier ton. Natuurlijk had Van Foreest aan de door GS overgebrachte dringende aanbeveling van Thorbecke geen boodschap. Hij wees nog eens op de veel lagere onderhouds kosten van zijn steenglooiing. Verder was het nu eenmaal zo dat de Hondsbossche -lengte 4,5 km- de grootste kustverdediging bij Petten was. Dat de "kleine uitgestrektheid" van de 600 m lange Pettemer Zeewering op een andere wijze werd verdedigd kon toch geen reden zijn om van een plan af te zien dat het bestuur van het hoogheemraadschap het beste leek. De kosten van de complete reconstructie werden op 1,7 miljoen geraamd. Het hoogheemraadschap zelf kon vier ton opbrengen bij spreiding van de werken over vijf jaar. Men zat dus na aftrek van de subsidies nog met een gat in de begroting van een half miljoen. Dit tekort dekte het hoog heemraadschap uit leningen. ïi. urn Thorbecke. Hij besliste in laatste instantie over het plan- Van Foreest.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1997 | | pagina 23