4.10 Twee geheim agenten verdwijnen Spoorloos. Van de aardbodem verdwenen, zo leek het. Een triest einde voor Wiecher Bote Schrage en Cor Sporre. Van de twee geheim agenten die naar Engeland uitweken om informatie uit bezet gebied te kunnen doorspelen, is na hun vertrek vanaf de Hondsbossche Zeewering niets meer verno men. Tot op heden is het gissen naar wat de mannen op zee moet zijn overkomen. Even terug in de tijd. De leraarszoon Wiecher Bote Schrage, geboren op 17 februari 1917 in Brielle, woonde in Emmen en volgde de politieschool te Hilversum. Daar bracht hij het tot inspecteur. Kort daarna ging hij in militaire dienst. Op het moment dat de Duitsers ons land binnenvielen was hij vaandrig bij de motordienst. Schrage slaagde erin op de 13e mei 1940 via Hoek van Holland naar Engeland over te steken. Hij volgde bij de geallieerden een spoedopleiding tot geheim agent. In de nacht van 13 op 14 juni werd Schrage (codenaam Kees Visser) samen met de 20-jarige adelborst en marconist Johannes Jacobus (Hans) Zomer (codenaam Piet Smit) uit Utrecht gedropt boven Vledder in Drenthe. Hun taak was zoveel mogelijk inlichtingen door te seinen die van enig belang waren voor de geallieerden: troepenbewegingen, transporten, fortificaties, economische omstandigheden et cetera. Binnen korte tijd wist Schrage drie inlichtingengroepen samen te stellen, in Apeldoorn, Arnhem en Hilversum. Zender Een belangrijke contactman van Schrage was de voormalig cavalerie-officier W.C.J.M. (Bib) van Lanschot. Van Lanschot stelde zijn kamer aan het Rapenburg in Leiden ter beschikking van waaruit Zomer zijn zendwerk kon beginnen. Opmerke lijk was dat in hetzelfde pand de Ortskommandant woonde, de hoogste gezagdrager van de Duitse bezettingsmacht in die stad. De zender waarmee Zomer zijn werk moest doen, was echter vrij gemakkelijk uit te peilen. Daardoor was hij ge noodzaakt steeds weer van locatie te veranderen. Toch wist de Sicherheitsdienst (SD) Zomers zender op te sporen. Daarbij zou de beruchte verrader Anton van der Waals zijn betrok ken. Op 31 augustus 1941 viel de SD het huis van de familie Sickenga aan de Bilthovense Obrechtlaan binnen. Zomer en zijn jeugdvriend Jaap Sickenga werden gearresteerd en dagen lang verhoord. Beide jongemannen werden naar Duitsland getransporteerd en zijn daar op 11 mei 1942 gefusilleerd. Wiecher Schrage bleef nieuwe wegen zoeken om zijn verkre gen informatie door te spelen naar Engeland. Hij kwam in contact met de op 7 september '41 gedropte agent Cor Sporre. Sporre was begin maart 1941 met een roeiboot vanuit IJmuiden naar Engeland gevaren en was vlak voor de Britse kust opgepikt door een destroyer. Hij kreeg zijn opleiding bij de SOE (een van de geallieerde inlichtingendiensten) en werd enkele maanden later samen met W. de Waart en A.A. Hom burg boven bezet Nederland geparachuteerd. Homburg werd al gauw gearresteerd, maar wist te ontsnappen uit de gevange nis van Scheveningen. Het lot van De Waart is onbekend. Schrage en Sporre besloten zo snel mogelijk vanaf de Noord hollandse kust naar Engeland terug te keren. Met financiële hulp van de groep Van Lanschot kochten ze in Ouderkerk aan de Amstel een houten, acht meter lange boot met buiten boordmotor. Ze dekten het scheepje af met een zeildoek waarin ze twee nauwsluitende mangaten maakten. Hoe ze vervolgens bij Camperduin terechtkwamen, is niet helemaal bekend, maar zeker is dat ze in contact kwamen met de groep Seedless van de gebroeders Jaap en Willem Snip. Bij Willem Snip gebruikte Schrage een andere schuilnaam: hij had zich aan Snip voorgesteld als kolonel Bunders of Beunders. Bovendien zouden ze bij hun afvaart op 13 novem ber hulp hebben gehad van vier adelborsten, vrienden van Hans Zomer. Te vroeg Dat vertrek ging niet helemaal van een leien dakje. Eerst was de vrachtwagen met oplegger die de boot naar de kuststrook zou vervoeren te vroeg bij het afgesproken punt. Alleen Willem Snip was tijdig op de plaats waar de vrachtwagen moest stoppen. Deze plek was door hem gemarkeerd met een grote kei aan de kant van de weg. Het tijdstip dat de auto door Schoorl zou rijden was zorgvuldig gekozen: 's middags om vijf uur, het tijdstip waarop de plaatselijke autobus door het dorp zou komen. Het geluid van de zware vrachtwagen zou dan minder opvallen. Bij het afleverpunt sprongen onmiddellijk de vier adelborsten uit de wagen en hielpen Schrage, Sporre en Snip met het uitladen van de boot. Vervolgens sleepten de mannen de boot razendsnel de dijk op en over. Op het moment echter dat het schip ter hoogte van de Prince George in het water lag, bleken Schrage en Sporre zo'n haast te hebben om weg te komen dat ze tegen de afspraak in gelijk de buitenboordmotor startten en wegvoeren. De overige mannen, die tot hun nek in het koude zeewater stonden, lieten ze volkomen in verwarring achter. Door het geluid van de motor bestond de kans dat de Duitse kustwacht de helpers zouden ontdekken nog voordat ze terug over de dijk waren verdwenen. Desniettemin slaagden ze erin aan de aandacht van de Duitsers te ontsnappen. Hierna zijn Schrage en Sporre volledig uit het zicht verdwe nen. Aangenomen mag worden dat de krachtige tot harde wind, kracht 6 tot 7, ze noodlottig is geworden. Beide mannen moeten zijn verdronken of door onderkoeling om het leven zijn gekomen. 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1995 | | pagina 25