Rumba Een aantal mensen uit de buurt van Callantsoog heeft op de een of andere manier daadwerkelijk medewerking verleend aan de vlucht van Schilp, Broekman, Sanders, Emmer en De Jong. De kantonnier van Rijkswaterstaat K. Unk bij voorbeeld, wees de mannen de beste weg door de duinen: broer Dirk en Simon Baken Gzn hebben langs de Duinweg wacht gelopen, terwijl Cor Unk het paard mende dat het onderstel met boot naar zee trok. Verder bewezen gérant Frans Kruidbos, zijn vrouw Alie en dochtertje Toetje van het door de Duit sers tot Ortskommandantur bestempelde hotel/pension De Groote Villa, eigendom van Joh. Pool Rz uit Hoog woud, de vluchters een enorme dienst door zogenaamd op de avond van de 17e september een verjaardagsfeestje te vieren waarop aan de Duitsers rijkelijk een 'rumba' werd geschonken. Geen wonder dat de Grenzschutz, de Duitse kustpatrouille, beneveld door dit mixdrankje van jenever, rum en vermouth geen oog had voor wat er zich even verderop langs de vloedlijn afspeelde. Het wordt half september, woensdag de 17e. De vijf Enge landvaarders ontmoeten elkaar deels onderweg, deels bij de Oranje Vrijstaat. Schilp: 'Trijntje, de dochter van boer De Jong, en Ted de Jong hebben de boot al onder het hooi vandaan gehaald en het onderstel gemonteerd. We plaatsen de boot erop, brengen de buiskap aan en de sjorringen, draaien de spanschroeven aan totdat alles gelijk draagt en boot en onderstel één zijn. Daarna stuwen we alles zorgvuldig, de benzine voor, de Johnson buitenboordmotor aan bakboord en de Penta-motor achterop.' 'Het is windstil, de lucht is bedekt. We vertrekken. Met de boer spreken we af dat we recht door het weiland rijden. Dan ongeveer vijftig meter over de weg en dwars door het duin. Om kwart over tien in de avond gaan we. Het is goed donker. Op tien meter afstand is niets te zien van de boot, van het paard dat de zaak trekt en van de mensen die erbij lopen.' Eenmaal in de duinenrij raakt de combinatie met een wiel in een kuil. Door het paard het gevaarte naar links te laten trekken raken ze los. Dan komen ze vast te zitten in het mulle zand van het buitenste duin. Ook daar weten ze uit te komen. Eenmaal op de helling naar het strand wordt het paard afgespannen en paard en helpers verdwijnen. Als de boot uiteindelijk in het water ligt, wil de motor niet aanslaan. 'Broekman en Emmer staan tot hun hals in het water. De Jong tracht de motor te starten. De motor blijft weigeren. Broekman en Emmer voelen geen grond meer. We halen ze binnenboord. De Jong en ik weten de motor toch aan de praat te krijgen. Het gaat langzaam, maar in ieder geval gaan we vooruit. Het is middernacht.' Onderstel Ofschoon de vijf mannen nu onderweg zijn, verloopt hun reis niet zonder problemen. Het onderstel zit nog onder de boot. Ze snijden de voor- en achtersjorring los en halen de touwen binnenboord. Dan snijden ze de middensjorring door, maar het onderstel blijft onder de boot hangen. Ze duwen het weg, de motor stopt. Er blijkt een stuk touw om de schroef te zijn gewikkeld dat ze eerst moeten verwijderen. De mannen varen een hele dag door. Aan het einde van de middag van donderdag 18 september zien ze een vliegtuig dat snel richting Engeland verdwijnt. Enige ogenblikken later drie vliegtuigen in formatie. Dat blijken kisten van de Luftwaffe te zijn, maar ook deze vliegen door. Het is vrijdagochtend, de 19e. 'De boot ligt nog altijd zwaar achterover ook al door het verminderen van de benzine die we voorin hadden gestouwd. We hopen in de morgen land te zien. De Johnson gaat overboord om de boot te verlichten en ruimte te winnen. We besluiten door te varen op een west-zuidwestelijke koers. Om ongeveer 10 uur in de morgen zien we een vissersboot. Als we dichterbij komen zwaaien we met een vlag en zien iemand aan dek die terugzwaait. We komen langszij en stoppen de motor. De man aan dek verstaat geen Engels en ik begeef me aan boord. Onder aan de trap ligt een lijk en in een van de kooien zie ik een gewonde die primitief verbonden is. Hij spreekt wel een beetje Engels. Het zijn Noren die al elf dagen onderweg blijken te zijn. Ze zijn enkele dagen geleden door een Duits vliegtuig bescho ten. Wij geven ze de helft van ons drinkwater. Verder kunnen we niets doen, maar we beloven hulp te sturen als we eenmaal land hebben bereikt.' Edammer kaas De Engelandvaarders worden uren later opgemerkt door twee Britse mijnenvegers. Ze worden aan boord van de HMT Solon gehaald, waar ze hun verhaal doen aan de commandant, luitenant der zee eerste klasse J.S. Watt, en de positie doorge ven van het Noorse vissersvaartuig. Ze stomen op naar deze onfortuinlijke boot, halen de dode, de gewonde en de derde man van boord en dan gaat het naar Great Yarmouth. Dagen later, op vrijdag 3 oktober 1941, worden de mannen ontvangen door Koningin Wilhelmina. Daar krijgen ze de gelegenheid de Edammer kaas te overhandigen die hun is meegegeven door Cornelis Hoeve uit Zunderdorp. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1995 | | pagina 22