4.3 Het pechduiveltje slaat toe Onmogelijk was de tocht naar de overkant niet. Moeilijk wel, want bij het minste of geringste konden maanden van voorbe reiding in een klap teniet worden gedaan. Jan Eigeman (27, beroepsmilitair uit Amsterdam, kreeg een opleiding in de Oranje Nassaukazerne, was sergeant-boord schutter en vliegtuigmaker op Schiphol), Walter ter Schip horst (23, uit Bloemendaal), Wim Sap (29) en Max Weehuizen (leeftijd onbekend, student aan de Rijksluchtvaartschool in Amsterdam) leken er eind mei 1941 in te slagen vanaf de Hondsbossche Zeewering weg te komen. Derde poging Het was inmiddels de derde poging van Jan Eigeman. De eerste keer mislukte het doordat onder de dertig man die met een snelboot vanuit IJmuiden wilden wegkomen, paniek uitbrak. De tweede maal, ook vanuit IJmuiden, bleken de heldere nacht en een volle maan spelbreker. Eigeman probeerde het nog eens met een motorboot die hij in de buurt van Diemen had gekocht. Door een scheg achter de boot te maken kon ermee worden gezeild. Samen met Wim Sap (Eigeman kende hem al van voor zijn Indië-jaren. Sap was in 1939 na zes jaar voor een vakantie naar Holland teruggekeerd) voer hij half april '41 naar Alkmaar. Waker ter Schiphorst en enkele vrienden wisten zo'n 125 liter benzine bij elkaar te scharrelen voor de krachtige buiten boordmotor die ze hadden gekocht. Ofschoon de Duitse bezetter het bevel had uitgevaardigd dat alle boten minstens tien kilometer van de kust moesten wegblijven, wisten ze met hun vaartuig naar de Leihoek te komen. Daar werd de schuit op de kant gehaald en verborgen. De avond van de 28e mei 1941 was het zover. De mannen hadden de boot op een lorry gesjord die via een rails naar de kruin van de zeewering kon worden getrokken. Tegen twaalf uur 's nachts was alles veilig. De Duitse wachtposten die regelmatig op de dijk patrouilleerden waren ver weg. Eenmaal op het strand sloeg het pechduiveltje toe. De motorboot kwam vast te zitten in het zand en niet zonder veel moeite kregen ze hem alsnog in het water. De weers omstandigheden zaten de vier nog wel mee. De wind blies uit het oosten en de zee lag er aanvankelijk relatief kalm bij. Eenmaal op de Noordzee begonnen de problemen. De forse deining maakte het bijvullen van de tank van de motor niet gemakkelijk. De boot kreeg ook nogal wat water binnen en de mannen raakten zeeziek. Wat in eerste instantie hun redding zou kunnen zijn, bleek achteraf een grove misrekening. Ze voeren naar een in hun buurt vissende logger uit IJmuiden en klampten aan. Hun motorboot sloeg tegen de zijkant van de visser kapot, waarna ze geen andere keuze hadden dan over te stappen. Oranjehotel Eenmaal terug in de haven van IJmuiden werden ze afgevoerd naar het Oranjehotel in Scheveningen. Hun wachtte een veroordeling tot twee jaar en vijf maanden tuchthuisstraf. Zij overleefden de oorlog, maar bleven tot de bevrijding in Duitse gevangenschap. Schuren aan de Leihoek, als schuil- en opslagplaats gebruikt door de Enge la ndvaarders

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1995 | | pagina 14