Petten (Vianen) Er werd op gewezen dat bij de aannemersfirma Van der Plas die in de nabijheid gelijksoortig werk uitvoert, de steenzetters f 18,-, de sjouwerlieden f 15,- per week uitbetaalt. Het blijkt dat de dijkgraaf een gesprek had gevoerd met de voorzitter van de bond, eem zekere Gerrit Achterberg en met de voor zitter en secretaris van de Afd. Petten. De brief met looneisen was nl. gedateerd 20 juli en vóór 26 juli 6 uur n.tn. werd antwoord verwacht. De dijkgraaf had er in dit gesprek op gewezen de eisen on rechtmatig te vinden, omdat misbruik van de tijdsomstandig heden werd gemaakt. Het voorbeeld Van der Plas was slecht gekozen: dit werk was van zeer tijdelijke aard. Omdat de arbeiders begrepen dat de voorzitter van het college het inderdaad niet alleen voor het zeggen had, was men bereid geweest tot de vergadering van 6 augustus te wachten. Maar nu moest er ook een beslissing genomen worden. De hoofd opzichter vreest, dat indien geen bevredigend antwoord ont vangen wordt, "gesteund door de kas van den bond, nederleg- ging van het werk volstrekt niet onmogelij k is. Hoewel het werk flink is opgeschoten, is er nog veel te doen. Er moet onder andere nog een grote hoeveelheid steen worden aangevoerd en verwerkt, '"t Is een drijven van het volk dat weet dat wc hen niet kunnen missen. Er bestaat, aldus de hoofdopzichter, slechts één tcgenmiddel: snelle aanbesteding van het gehele werk. Dit zou echter heel veel geld kosten. De vergadering besluit niet op de eisen in te gaan en geeft de hoofdopzichter opdracht een schema voor een bestedingsplan in elkaar te zetten. Uit de notulen van 25 augustus blijkt dat de arbeiders in afwachting van dit plan niet tot staking waren overgegaan. De hoofdopzichter van zijn kant had voorgaande week "ter aanmoediging een gulden boven het gewone loon toege kend..." In de maanden daarna is volgens een bestedingsplan gewerkt. De arbeiders werkten op perceelsgewijze aanbesteding van het werk, dus in feite in stukloon. Door het gestage mooie weer en de kalme zee kon er hard gewerkt worden, waardoor de dagloonen wel merkelijk stegen, doch door de meerdere arbeid zal dit geen schade zijn" (notulen 22 oktober 1915). In de vergadering van 18 november 1915 komt naar voren dat zolang er met stukloon goed verdiend werd er geen problemen zijn. Maar als men begrijpt dat zodra de "toege stane gelden verwerkt zijn, een gedeelte van de mensen ontslagen zal worden", is het weer fout. Men eist "dat allen zullen blijven werken totdat het geld verwerkt is om daarna allen ontslagen te worden". De vergadering besluit niet op deze eis in te gaan, maar realiseert zich wel dat als de Oostemd Petten 1921

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1993 | | pagina 45