De tweede zware reddingtocht was die naar het schip "Diana"
dat op 18 december 1832 verging, waarbij zeven mensen gered
werden.
Twee jaar later strandden tijdens een storm 18 oktober 1834)
zelfs twee schepen, de "Eenigheden" en de "Industrie", tege
lijk, waarbij acht resp. negen opvarenden konden worden
gered. Een week later verging de Zweedse schoener
"Hercules", waarvan negen mensen konden worden gered.
Op 26/27 september 1853 waren er eveneens twee reddingen
("Mary Lloyd" en "Marie Aegle", in totaal 12 geredden).
Vooral in de jaren 1860-1900 vond bijna elk jaar wel een
stranding plaats (Bijlage).
In de 43 jaar dat de Groenlandse sloep hier gestationeerd was,
zijn er 140 mensen mee gered in 12 tochten. In 1868 kreeg het
station Petten een nieuwe reddingboot, een geschenk van de
heer Jorna van Eyk, lid van de Provinciale Staten, die ge
noemd werd naar zijn echtgenote Constantia en dochter
Sophia. Ook hiermee waren de Pettemers succesvol.
Toen deze boot rond de eeuwwisseling werd vervangen door
een gereviseerde boot van Vlieland, had men bij elf reddingen
74 zeelieden gered.
In de eerste twee decennia van deze eeuw zijn er weinig stran
dingen geweest en werden geen reddingen verricht.
In 1921 kwam er een door de aanwezigheid van koperen
luchtkisten "onzinkbare" reddingvlet. Deze vlet no. 4 werd
ondergebracht in het stenen botenhuis, dat in 1871 inde
plaats gekomen was van de houten loods. In 1896 was daar
ook een zgn. wippertoestel geplaatst.
In 1942 werd vlet no. 4 "tijdelijk" naar Amsterdam overge
bracht, omdat het botenhuis vanwege "defensiemaatregelen"
door de Duitse bezetter moest worden afgebroken.
De vlet is echter nooit teruggekomen.
Momenteel beschikt Petten alleen over een rubberboot, een
lijn-, werp- en wippertoestel, waarmee men nog een enkele
keer in aktie moet komen voor een tegen de zeewering
vastgelopen vissersboot.
Redders en bestuurders
De eerste Pettemer redder die van zich deed spreken was de
uit Noorwegen afkomstige Willem Siewertsen, die zelf in 1810
als 15-jarige jongen in Petten deserteerde van het Franse kaper
schip Le Furet, dat de Engelse schoener Kinlock op het strand
van Petten gejaagd had. In 1832 redde hij samen met enkele
anderen, zeven opvarenden van de brik Diana. Later maakte
hij succesvolle tochten naar de "Eenigheden", "Industrie" en
"Hercules" in 1834 en naar de "Thomas and Ann" in 1836.
De burgemeester, tevens voorzitter van de plaatselijke com-
Reddingsvlet Petten. Op de anzichtkaart staan onder anderen van voor naar achter afgebeeld Maarten Breed,Jb. Wartenhorst, Arte Eriks Hzn.,]b Timmerman.
Achter de hoot op het strand loopt Pettens laatste burgemeester H.S. Eriks. De drie dames zijn Guus en Riet Eriks en Bets Doorn.