Weer 25 jaar later is de zaak weinig veranderd. De burgemeester krijgt daarom vanuit de provinciehoofdstad de vraag voorgelegd waarom of er (sedert de dood van de chirurgijn Teunis Slager in 1826) nog steeds geen geneesheer ter plaatse aanwezig is en men volstaat met geneeskundige hulp uit de naburige gemeente Zijpe. "Het voornaamste motief voor zulk eene aanstelling," aldus de geneeskundig inspecteur te Haarlem in zijn brief van 3 maart 1868, "is de groote kindersterfte te Petten." En hij vervolgt: "Het ongun stige sterftecijfer te Petten hangt vooral af van de groote sterfte van kinderen beneden en omstreeks een jaar Ik verbeeld mij dat het zeer te wenschen en nuttig zou zijn indien een geneesheer door zijn gevestigd zijn te Petten in de gelegenheid was de fouten, bij de opvoeding der kleine kinderen begaan, niet alleen grondig te leeren kennen, maar ook door dagelijksche vermaningen en onderrichtingen die fouten als zoodanig aan het publiek te doen kennen..." Bovendien, zo veronderstelt de inspecteur, zou "indien er een geneeskundige te Petten woonde, deze veel meer en veel vroeger bij ongestelde kinderen ontboden worden..." Dat laatste staat nog te bezien, maar het eerste was zeer zeker waar, al zou voor een goede voorlichting over de voeding en hygiëne van zuigelingen een goed geschoolde vroedvrouw waarschijnlijk meer betekend hebben dan een 'gestudeerde' geneesheer. Bij alle armoede en onwetendheid beschikte men wél over iets heel belangrijks nl. schoon drinkwater. Hoewel, pas in 1877 is er sprake "van een waterleiding van den duin tot in het dorp". Men bedoelt de aanleg van een ijzeren waterleidingbuis vanuit een gemetselde en overdekte put in het duin naar een gemet selde bak bij het gemeentehuis waarin een ijzeren pomp geplaatst was. (G.A.P. 1877 no. 159) Daarvóór was de situatie blijkbaar toch niet ideaal: "alhoewel de daarvoor bestemde put in den duin het water zuiver en frisch leverde in den winter, was het in den zomer veel te veel blootgesteld aan zonnehitte en stof. (G.A.P. 1878 no. 20) Ondanks de dorpspomp schreef de burgemeester desgevraagd op 15 maart 1887: ..."voor huishoudelijk gebruik en voor paarden en vee wordt put- of slootwater gebezigd." Het is dus de vraag hoe zuiver het water voor "huishoudelijk gebruik" in feite was. Het gebruik van onzuiver drinkwater bij de berei ding van het voedsel, verkeerde voedingsgewoonten, onvol doende lichaamshygiëne en slechte behuizing waren juist voor kleine kinderen, grotere bedreigingen dan een tekort aan voedsel. "Het is aannemelijk dat de heviger armoede in de kuststreek de hogere percentages buitenechtelijke geboorten kan verklaren." Aldus Jan Kok, in zijn proefschrift over de achtergronden van buitenechtelijke geboorten in Noord- Holland 1812-1914.34 In de periode 1812-1836 was Petten met 7,35% buitenechte lijke geboorten (op een totaal van 272 geboorten) een van de hoogsten in de provincie, (Zijpe 2,93%), uitgezonderd steden als Amsterdam (14,30%), Den Helder (12,69%), Haarlem (10,40%) en Alkmaar (8,82%). Een halve eeuw later is dat sterk verbeterd: 0,84% op een totaal van 237 geboorten in de periode 1890-1914, (Zijpe 1,25 't Moest niet mogen," hoor je de burgemeester denken als hij de kantonrechter te Schagen per brief van 7 september 1840 het huwelijk meldt van Gerrit den Hartog, weduwnaar met twee minderjarige kinderen en Guurtje Hoogvorst, "jongedogter met twee in onecht verwekte kinderen." "Met hun allen geen bed om op te rusten, zeer mogelijk niets dat tot eene huyshouding zoude kunnen behooren... Er (zuchtend) aan toevoegend: "Zoo is het begin - het uijtzigt dof - de uijtkomst onbekend..." Werk aan de zeewering Alleen aan "Gods onverdiende goedheid" was het, aldus Jan Nierop op zijn "Naauwkeurige Aftekening in Profil van de waare gedaante der Zeewering van den Hondsbossche" te dan-ken geweest, dat de zeewering het tijdens de storm van Helmbeplanting Lijst der uitgaven van de Helmbeplanting aan de Hondsbossche Zeewering in de maanden October en November 1862. Namen der Gewerkte Werklieden dagen Totaal A. van Leuven putbaas met 12 man 156 117 Jan Snip idem met 12 man 168'/2 116,167, Jan Bont idem met 12 man 184J/3 138,5872 F. van der Vlies putbaas met 12 manl77'/, 133,21'/, Jan Brouwer putbaas met 9 man 78 58,56 volgens weeklijsten Totaal 563,52'/, Af: arbeid aan Hoofd W, Jan Snip met 8 man 4 dagen is 32 ad. 0,75 24 (deze som op het Hoofd te brengen). Rest van de beplanting: 539,52'/, 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1993 | | pagina 24