w
Htj
ZJSit -JW
«öji'
i -iSKvt
<*3B v-iVk
- t
blijken de ogen én de portemonnaie open te gaan en
wordt er ingegrepen.
Rigoureus?
Dure keisteen werd eerst aan de voet van de dijken
aangebracht toen de paalworm rond 1730 voor een ware
ravage had gezorgd. De zware eiken paalconstructies die
de wierpakketten tot dan toe op hun plaats hadden
gehouden waren binnen de kortste keren als luciferhoutjes
afgeknapt.
De vele watersnoden van de 17de en 18de eeuw, waarvan
die in 1675 voor West-Friesland de meest beruchte was,
waren aanleiding om de dijkszorg enigszins te centra
liseren en onder gewestelijk toezicht te plaatsen. De
dijken werden 'gemeen' gemaakt. In de Zijpe was men
daar indertijd mee begonnen. Daar waren de dijken
in 1597 als eerste niet verhoefslaagd maar rechtstreeks ten
laste gelegd van het 'gemeene land'. Het voorbeeld werd
door de Wieringerwaard gevolgd, daarna overgenomen
door de bedijkers van de droogmakerijen en tenslotte
toegepast op de zeedijken in het hele Noorderkwartier.
Zo kreeg Westzaan zijn 'gemene' dijk in 1637, Oostzaan
volgde iets later. Het gevecht om het onderhoud van de
Westfriese Omringdijk (het 'Groote Proces') duurde ruim
zestig jaar en werd in 1695 beslecht bij einduitspraak
van de Hoge Raad. De onderhoudskosten zouden
voortaan worden omgeslagen over alle vier Westfriese
ambachten naar een zekere verhouding.
De Diemerzeedijk als wierdijk. Steil uit zee oprijzend, achter kilo
meterslange paalschermen. Een veilige constructie tot de paalworm toe
sloeg... Detail kaartversiering van de kaart van het Hoogheem
raadschap van den Zeeburg en Diemerdyk (Jan Wandelaar, 1754).
Collectie Hoogheemraadschap Amstel en Vecht. Repro Rijksmuseum
Zuiderzeemuseum.
Hekkensluiter was de Keukendijk bij Schardam, die zijn
dijken in 1769 gemeenmaakte17.
Het ging allemaal maar moeizaam. Rechtstreeks gezag
over de lagere organen kregen ook de Gecommitteerde
Raden niet voor elkaar. Want 'overliggend' gezag naar
het voorbeeld van de Zuidhollandse hoogheemraad
schappen kon men in Noord-Holland niet verdragen...
Zelfs de 19de eeuw leverde maar halfslachtige
oplossingen. Ondanks de ervaring die men in de Franse
Tijd had opgedaan met de voordelen van centraal
bestuur, vooral in de jaren dat ons land deel uitmaakte
van het keizerrijk van Napoleon.
Of was het juist dank zij die ervaring?
Goed beschouwd was de Dijkwet die koning Lodewijk
Napoleon op 31 januari 1810 in Parijs bekrachtigde toch
een serieuze poging om eenheid in het dijksbestuur te
brengen en een betere regeling van de onderhoudskosten?
Volgens deze wet werd het hele Koninkrijk Holland in
zogenaamde Ringen verdeeld, te besturen door
8