zeestormen. In januari twee en een halve dag storm uit het noordwesten, voordat de echte noorderstorm losbarstte. Het water van de Zuiderzee werd opgezweept, terwijl de zee al 'vol' was. Op 13 januari rees het water tegen de Oranjesluizen bij Amsterdam binnen enkele uren liefst twee meter. In sommige delen van de Zuiderzee klom het water door opwaaiing op tot 3,45 meter plus NAP. De watersnood van 1916 is bijzonder goed gedocu menteerd. De vergevorderde plannen tot afsluiting en gedeeltelijke drooglegging der Zuiderzee zijn daar uiteraard niet vreemd aan. Wat inmiddels de rampzalige gevolgen van de dijkdoorbraken in Waterland en de Anna Paulowna waren mag voldoende bekend worden verondersteld. Veeleer gaat het ons hier om de discussies die toen gevoerd zijn over dijkenbouw en de beste vormen van dijksbeheer21. Daarom hierover nu een enkel woord. Uit ervaring was bekend, dat de Zuiderzee een grillig en gevaarlijk water was. Ondiep als deze zee was, die bovendien naar het zuiden zich verbreedde tot een grote 'zak', kreeg het water bij opwaaiing tijdens zware stormen geen gelegenheid weg te vloeien. In dieper water treedt in soortgelijke omstandigheden een tegenstroom op, waardoor hoge waterstanden een lange tijd worden geneutraliseerd. In de Zuiderzee kon het water in zeer korte tijd meters stijgen, waarvan met name de zwakkere dijken het slachtoffer werden. Zeker tussen Hoorn en Durgerdam waren de dijken aan de lage kant. Door golfoploop sloeg het water in 1916 over de door langdurige regen doorweekte dijk, waardoor het dijks- lichaam aan de binnenzijde werd aangetast. Doordat ook elders de meeste dijken een te steile binnenhelling vertoonden, geen verhoogde bermen ('steunbermen') bezaten, maar wel verzwakt waren door de aanwezigheid van een verharde weg op de kruin, werd door het overslaande water de binnenglooiing van het overige dijkslichaam gescheiden en in haar geheel naaar beneden geschoven. Merkwaardig was, dat de grasmat veelal intact bleef! De adviezen van deskundige zijde bleven dan ook niet uit: de dijken dienden op verschillende plaatsen onverwijld te worden verhoogd, de binnenhellingen 'verzacht' (glooiender gemaakt) en er moesten steun bermen komen; de wegen dienden verder te verdwijnen van de dijkskruinen en te worden aangelegd op de Serie tekeningen die op suggestieve wijze de achtereenvolgende stadia van een dijkdoor braak weergeven. Zie ook de tentoonstelling 'Strijd tegen het Water' in het Zuiderzee museum te Enkhuizen. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1992 | | pagina 12