I
aangegeven op een kaart, die Govert Oostwoudt in 1723
maakte van de Noorderdijk. Tussen 1723 en 1740 komen
er aan die dijk nog twee dijkmagazijnen bij, namelijk
een te Wervershoof en een te Andijk (oostelijk van de
Geuzebuurt). De naam 'De Tent' suggereert dat het eerst
een voorlopige polderkeet is geweest. In 1736 werd
het echter een stenen gebouw, dat er thans nog staat.
Niet ver van '1de Tent' vandaan was er aan de Noorder
dijk van Drechterland nog een ander gebouw dat
het woord 'tent' in zijn naam had. Dat lag meer westelijk
in Andijk en heette 'De Vlaemsche Tent'. Die naam kan
er op wijzen dat het een polderkeet was, waar gehuurde
Vlaamse dijkwerkers hebben gebivakkeerd in de periode
van dijkherstel na de stormvloeden van 1675. In de
historie is het niet altijd gemakkelijk geweest om
inwoners van Andijk en omgeving voor dit tijdelijke
werk te krijgen. In elk geval zijn er in die tijd in
Noord-Holland veel Vlamingen gehuurd voor het
werken aan de dijken.
Vanaf 1681 (of eerder) tot 1687 hebben in 'De Vlaemsche
Tent' gewoond Claes Symensz en zijn broer Jan Symensz
(geboren in 1658 en overleden in 1723 te Andijk). Claes
had een vogelkooi en was van beroep 'cooyman'
kooiker eendenkooihouder). Zijn naam werd
daardoor Claes Cooyman. Heel wat Andijkers stammen
van hem af en hebben nu nog de naam Kooiman.
Zijn broer Jan werd wegens de naam van zijn huis
'De Vlaemsche Tent'Jan Tent genoemd. Zijn nageslacht
had als namen Tentsz en daarna Tensen. Zijn zoon Pieter
(geboren in 1683 te Andijk) werkte al vanaf 1702 aan de
noordelijke zeedijk en wordt in 1731 genoemd als
dijkbaas Pieter Tensen. Die naam Tensen komt nu nog in
Andijk vrij veel voor. Heel wat afstammelingen van
Jan Tent zijn daar blijven wonen, maar hij heeft ook veel
nazaten elders in Nederland en in Canada.
Op de reeds eerder genoemde kaart uit 1723 van Govert
Oostwoudt is een stuk grond te zien dat naar Jan Tent is
genoemd. Het heet 'Jan Tentses Oever'. Dit langgerekte
perceel lag vroeger ten noorden van de Geuzebuurt (nu
Dijkweg) van Andijk en langs de Noorderdijk, waar ook
zijn huis 'De Vlaemsche Tent' stond. Het boven
genoemde perceel 'Jan Tentses Oever' heeft gelegen ten
noorden van de dijk van palen, zand en stenen en het
werd tegen de zee alleen door een wierdijk beschermd.
Zo'n wierdijk bood extra bescherming op een extra
gevaarlijk kustgedeelte. Dat was er bij Andijk ook zeker.
De wierdijk bestond uit geperst wier (Zeegras/Marina-
zostera) uit de buurt van het eiland Wieringen en werd
versterkt met palen van elzenhout. Gemiddeld was een
wierdijk vijf meter breed en zeven meter hoog. Die
hoogte betrof dan geperst wier. Voor een hoogte van
Het gebouw 'De Tent' met rechts de 'Heren
kamer' waarboven het wapenbord. Foto:
Chr. Bakker te Alkmaar (schoonzoon van
Pieter Bakker, zie ajbeelding 24).
Dit wapenbord, dat prijkte aan de voorgevel
van het bestuurshuis van 'De Tent'is een
combinatie van de wapenschilden van West-
Friesland (links) en Drechterland (rechts).
Het wapenschild van Drechterland heeft een
hoorn (van het wapen van Hoorn) en drie
haringen (van het wapen van Enkhuizen).
Rijksarchief Haarlem.
AFBEELDING 13
AFBEELDING 14