De 'Prince George' verlaat na reparatiewerkzaamheden de haven van Malta in mei 1915. Foto Imperial War Museum, Londen. Onder: Vlootcommandant De Roheck (links) in gezelschap van de opperbevelhebber van de landstrijdkrachten, Sir Ian Hamilton. Foto uit R. R. James, Gallipoli. Drie oude slagschepen, de Bouvet, de Ocean en de Irresistible lopen op een mijn en zinken. De Britse slag kruiser Inflexible loopt zware schade op na aanvaring met een mijn, terwijl twee Franse slagschepen ernstige schade oplopen door Turks artillerievuur. Ter ondersteuning van de marine wordt besloten landstrijdkrachten in te zetten. Op 22 maart 1915 zouden daarom massale landingen op het schiereiland Gallipoli plaatsvinden om te trachten het grote aantal Turkse forten en batterijen uit te schakelen. De organisatie faalt echter op velerlei punten, zodat de landingen eerst op 2$ april worden uitgevoerd. Britse troepen landen bij Kaap Helles en de Anzacs (Australian and New Zealand Army Corps) bij Gaba Tepe. Door de sterke getijde-stroom worden de landingsvaartuigen van de Anzacs noordwaarts weggezet, waardoor de landings troepen op een ongunstig punt debarkeren. Ondanks hevige Turkse tegenstand, onder commando van de Duitse maarschalk Liman von Sanders, die op 19 maart 1915 was aangesteld als bevelhebber van het schiereiland Gallipoli, slagen de Britten er in een vijftal bruggehoofden te vestigen. De geallieerde invasie loopt echter volkomen vast tengevolge van misverstanden, gebrekkige verbindingen en de taaie tegenstand van de Turken. Bij een bombardement op 2 mei loopt de Prince George lichte schade op, die op Malta wordt gerepareerd. Op 6 augustus 1915 landen nog eens twee Britse divisies in de Baai van Suvla. Ook deze actie, waaraan de Prince George (Kapitein: A.V.Campbell) wederom deelneemt, faalt volkomen. De opperbevelhebber van de landings troepen, luitenant-generaal Sir Frederick Stopford wordt op 15 augustus van zijn post ontheven. Het wordt maar al te duidelijk, dat de pogingen om het schiereiland Gallipoli te bezetten, volkomen mislukt zijn. Op 14 oktober wordt de opperbevelhebber van het leger, generaal Sir Ian Hamilton vervangen door generaal Sir Charles Monro, die voorstander is van het plan om de expeditie te beëindigen. Inmiddels tracht Roger Keyes, stafchef van vlootcommandant De Robeck, zijn plannen te verwezenlijken om wederom de marine in te zetten om de doorvaart door de Dardanellen alsnog te forceren. Hij krijgt echter onvoldoende steun. Tenslotte wordt in december 1915 besloten Gallipoli te ontruimen. De massale evacuatie slaagt wonderwel en is op 9 januari 1916 voltooid: 115.000 manschappen, duizenden paarden en voertuigen, alsmede grote voorraden zijn in veiligheid gebracht. Tijdens de evacuatie zorgt de Prince George nog even voor paniek. Zij rapporteert dat ze is getroffen door een niet-geëxplodeerde torpedo, hetgeen echter een ronddrijvend stuk wrakhout blijkt te zijn. Veel van de overlevenden van de gevechten op Gallipoli worden vervolgens ingezet aan het westelijk front in Frankrijk. Naar aanleiding van de Gallipoli-affaire neemt de First Sea Lord, Fisher, ontslag. Winston Churchill, als First 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1989 | | pagina 9