(Middellandse Zee!), met argusogen toezag hoe Duitsland door een modern spoorwegnet het vrij ongestructureerde Turkse rijk voorzag van 'ruggegraat en ribben'; hoe het leger werd uitgerust met Duits materiaal en dito uniformen en op Pruisische wijze werd gedrild, en hoe de modernisering zich ook doorzette in de oorlogsvloot. Maar niet alleen Engeland zag de ontwikkeling met bezorgdheid aan, ook Rusland. De natuurlijke weg uit de Zwarte Zee naar de Middellandse Zee loopt immers langs Constantinopel door de Bosporus en de Dardanellen. Het is niet verwonderlijk dat bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog twee Duitse oorlogsbodems in deze wateren opereren: de Goeben, een hypermoderne dread nought van 23.000 ton en de kleine kruiser Breslau van 4.550 ton. Een Brits eskader is in de buurt, maar de Duitse oorlogsbodems zien kans de Britse achtervolgers te ontlopen en de dan nog neutrale Turkse wateren te bereiken. Dat Turkije stap voor stap in het Duitse kamp terecht komt is gezien het voorgaande niet zo verwonderlijk. Het verhaal van de Goeben en de Breslau is maar een onderdeel van het grote diplomatieke pokerspel dat wordt gespeeld. Beide oorlogsschepen worden aan de Turkse marine overgedragen ('verkocht'), onder voorwaarde dat de Duitse commandant Souchon opperbevelhebber van de Turkse vloot wordt! De verdediging van de vaarwateren naar de Bosporus en de Dardanellen en daarmee de toegang tot de Zwarte Zee, van levensbelang voor de Russen, komt nu in Duitse handen. Rusland echter, was reeds sinds 1895 bondgenoot van Frankrijk en sedert 1907 van Engeland! De geallieerden onderkennen het gevaar en reeds eind 1914 wordt overwogen de passage tussen Middellandse Zee en Zwarte Zee, die dwars door Europees- en Aziatisch Turkije loopt, middels de inzet van zee- en landstrijdkrachten veilig te stellen en Istanboel (Constantinopel) te veroveren. Op 2 januari 1915 ontvangt de Britse regering van de Russische regering een verzoek om hulp tegen de Turken, die succesvol in de Kaukasus opereren. Londen besluit op 13 januari 1915 tot een expeditie van de zeestrijdkrachten naar de Dardanellen. Een krachtige geallieerde vloot stoomt op. De Turken hebben in de Dardanellen, een nauwe zee-engte, waar een felle getijde-stroom staat, een vijftiental mijnenvelden aangelegd, met naar schatting zo'n 350 mijnen. De geallieerde vloot schaart zich in slagorde: De hoofdmacht, linie A, wordt gevormd door de Britse slagschepen Queen Elizabeth, AgamemnonLord Nelson en Inflexible, aan de flanken ondersteund door de zware batterijen van de Triumph en de Prince George. De tweede hoofdmacht, linie B, bestaat uit de Franse slag schepen Gaulois, CharlemagneBouvet en Suffren, die ondersteund worden door de Majestic en de Swiftsure. De derde linie wordt gevormd door de Britse slagschepen Vengeance, Irresistible, Albion en Ocean. DE GROTE AANVAL Op 18 maart 1915 gaat deze geweldige vloot met z'n enorme vuurkracht tot de aanval over. De Turkse forten ter weerszijden van de Dardanellen komen onder moordend vuur van de geallieerde scheeps-artillerie te liggen. De uitwerking van het bombardement is echter teleurstellend. Afgezien van een gelukstreffer in de kruitkamer van een der Turkse forten, is de toegebrachte schade onbeduidend. De Turken geven geen krimp en bestoken op hun beurt met taaie volharding vanuit hun forten en met mobiele houwitser-batterijen de geallieerde vloot. De 'Ensign'de vlag, die door ieder schip van de Royal Navy wordt gevoerd. Het strijdtoneel tijdens de maritieme operaties in de Dardanellen op 18 maart 19/5. De 'Prince George' vervulde in linie A een flankerende rol. Illustratie ontleend aan R. R. James, Gallipoli. GALLIPOLI Kaap Helles Sifge^OW" Eho'belh- 0 s Agamemnon Lord Nelsón/ Gaulois ;w 7 kjUUIOIS si /Maiesfic^ Chdrtemagne' Sedd-el Bahr Inflexible C? Vengeance^Bouvet P.rrêsïsfihlé 0Tnumph AlbionC? buff ren OceanC* Swiftsure De schepen van de geallieerde vloot Turkse hoofdbatterijen Turkse batterijen ter bescherming van de mijnenvelden in zee Turkse mobiele houwitser-batterijen Turkse zoeklichten Turkse zeemijnen 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1989 | | pagina 8