h
lichte snelvuurkanons aanwezig voor het afslaan van
aanvallen van torpedoboten en dergelijke. De bepantse
ring was zeer uitgebreid.
De voortstuwing vond plaats door middel van triple-
expansie stoommachines, terwijl voor de stoomproduktie
gebruik werd gemaakt van door kolen gestookte water
pijpketels, waardoor een snelheid kon worden bereikt van
zo'n 29 mijl (circa 54 km) per uur. Toen in de jaren '90
van de vorige eeuw in Engeland het tekort aan kruisers
manifest werd, dienden verouderde schepen vervangen te
worden door nieuwbouw. De Engelse oorlogsvloot was
destijds de machtigste ter wereld. Haar sterkte werd in de
internationale vlootovereenkomsten zodanig geregeld,
dat zij krachtiger was dan de twee grootste vloten, waar
tegen zij zou kunnen moeten strijden.
In 1897 omvatte de Engelse vloot 330 schepen met in
totaal 92.000 koppen. Ter vergelijking in 1912: 570
schepen, waaronder 19 dreadnoughts, 43 andere linie
schepen, 41 pantserkruisers, 86 lichte kruisers met een
totaal aantal bemanningsleden van 197.000! In een
memorandum van Lord George Hamilton vatte deze het
minimum nieuwbouw-programma samen, waarin onder
meer zeven slagschepen waren opgenomen. Gespreid
over een periode van vijfjaar zouden de uitgaven daar
voor zo'n 3 1 miljoen pond sterling bedragen. Een
formidabele som als we ons realiseren dat een pond des-
Boven: De 'Prince George' in 1907
voor de Engelse kust. Op de voorgrond drie
onderzeeërs, waarvan de voorste (de bh)
op 13 december 1914 het Turkse slagschip
Messudieh' in de baai van Chanak
tot zinken bracht. Foto Imperial War
Museum, Londen.
De slagschepen van de Majestic-klasse
behoorden destijds tot de grootste
oorlogsbodems. Behalve de 'Prince George'
maakten de 'Ceasar''Hannibal'
'Illustrious''Jupiter''Magnificent'
'Majestic', 'Mars' en 'Victorious' deel uit
van deze klasse. Ze werden tussen
1893 en 1898 gebouwd. Hiernaast: profiel
en dekplan. Illustratie uit Jane's Fighting
Ships 1905-06.
3