De boot kon in twee seconden uitgezwaaid buiten boord
hangen. Het Amerikaanse opleidingsschip Iris was het eerste
van een groot aantal zeeschepen dat hij van deze automatische
inrichting voor tewaterlating van reddingboten voorzag.
In Europa deed hij vervolgens zaken onder de naam 'Schat
Patent'.
De uitvinder heeft zich vervolgens geheel gewijd aan
de vervolmaking van zijn vele uitvindingen, die hij alle liet
patenteren. Onder grote belangstelling van maritieme
deskundigen demonstreerde hij in 1925 aan boord van het wrak
van de Prince George zijn 'glijspanten-methode'.
De 46 graden slagzij makende Prince George bood hiertoe een
ideale gelegenheid.
De glijspant is een metalen profiel (soort schaats), dat door
middel van houten klossen is aangebracht aan de buitenzijde
van de reddingboot en wel aan die zijde die naar de scheeps
wand is gekeerd. De glijspanten beschermen de boot tijdens het
afvieren en worden na het tewater laten eenvoudig los
geschroefd en gelost. Een voordeel was nog, dat bij deze
methode de davits zelfs niet uitgezwaaid behoefden te worden.
De glijspant is, zij het in gewijzigde vorm, nog altijd in
gebruik.
Slopers pauzeren op het terras van
het nabijgelegen café van Ype Minkema te
Camperduin- Links zit Cor Greeuw,
die in augustus 1930 overleed, waarschijnlijk
ten gevolge van een hem eerder aan
boord van het wrak overkomen ongeval.
COR VRIESMAN
Vanaf de jaren '50 is hij hulpstrandvonder van Petten.
Ook hij heeft de stranding van de Prince George nog
meegemaakt. 'Vlak voor Kerst 1921 lag het schip ten
zuiden van Camperduin voor anker. De kapitein was met
enkele mensen in een vlet naar de wal geroeid om
proviand in te slaan. Het weer verslechterde echter, zodat
ze niet met hun vletje naar het schip konden terug keren.
Op een van de volgende avonden zag ik vanaf de
Dromerdijk lichten bij de dijk. Ik vloog naar huis, at snel
wat, en ging met m'n vader richting Camperduin.
Het schip bleek muurvast op een strekdam te zitten. De
Engelsen die reeds aan wal waren, vroegen om een
reddingboot. Maar de zee was veel te ruw om bij het
wrak te kunnen komen. Door de Reddingmaatschappij
van Petten werden vuurpijlen naar het schip geschoten.
Ze kletsten tegen de scheepswand aan, vlogen over het
schip heen, zodat al gauw een lijn in de tuigage bleef
hangen. De gewaarschuwde wipperploegen van
Callantsoog en Egmond verschoten ook al hun
vuurpijlen, maar er werd echter niemand van boord
gehaald. De volgende morgen bij het licht worden, was
goed te zien dat de tuigage van het slagschip vol met
lijnen hing, zodat al snel een stevige verbinding kon
worden gemaakt tussen schip en wal'.
Het is even stil. Cor laat kennelijk in gedachten alles nog
eens de revue passeren. 'Doordat de zee veel zand rond
het wrak had meegevoerd en er als het ware een grote
kuil was ontstaan', zo gaat hij verder, 'kantelde het schip
daarin, zodat de slagzij nog groter werd. Via een touw
dat over de verschansing hing, probeerde ik aan boord te
komen, maar dat mislukte. De volgende nacht lukte het
echter wel'.
'Er is veel koper van het schip gestolen. Ik denk dat
ongeveer een derde van het oorlogsschip gesloopt is, de
rest zit nog onder water. In 1937 kwam constructie-
fabriek Lubbers uit Krimpen aan de IJssel haar
opwachting maken. Het ijzer was toen in waarde
gestegen en men probeerde een graantje mee te pikken.
27