Gesprekken met kustbewoners FA. KUIPER EN LEEUWENKAMP, PETTEN 1958 juni Verzoek om toestemming voor het bergen van de pantserplaten, welke boven op het wrak liggen. Het is de bedoeling om deze platen met een drijvende bok te ver wijderen. Tevens wordt gevraagd een vlet en een schuil- keetje van ongeveer 4 m2 op de glooiing te mogen plaatsen. 1959 september K. Jansma, voorheen technisch ambtenaar bij het hoogheemraadschap en Nicolaas Schager, voorheen aannemer te Schoorl, verklaren dat het hun beiden bekend is dat het wrak eigendom was van Pieter Kuiper, aannemer te Petten, overleden 25 januari 1943 te Schoorl. Mede-ondergetekende Dirk Pieter Kuiper, zoon van wijlen Pieter Kuiper, verklaart dat het wrak met aan derden is verkocht. i960 juni De erven van Pieter Kuiper verklaren dat Dirk Pieter Kuiper of hen die hij daarmee belast, de pantser platen mag slopen en bergen. november Ingenieur W.G. Boltje rapporteert aan Dijkgraaf en Hoogheemraden: 'Het wrak van de Prince George ligt voor hoofd 24 en vormt een goede verdediging voor dat hoofd. Bij al gehele opruiming van het wrak zullen aan hoofd 24 belangrijke vernieuwingen moeten worden uitgevoerd, die grote financiële offers zullen vragen. Tegen het bergen uitsluitend van de boven op het wrak liggende pantserplaten bestaat mijns inziens geen bezwaar.' Uit de bijgevoegde verklaringen gedateerd 28 september 1959 en 27 juni i960 blijkt dat de heer D.P. Kuiper inderdaad gerechtigd is de pantserplaten van het wrak te slopen en te bergen. november Het hoogheemraadschap probeert de eigendom van het wrak tegen een symbolische prijs van Kuiper te verkrijgen en hem daarna de gevraagde toestemming verlenen. Ook laat men het Burgerlijk Wetboek op het onderwerp 'verjaring' nazien. Handtekening van dijkgraaf mr.A.F. Kamp. november Van de juridisch adviseur: 'De vordering van de rechthebbende tot de opvordering van het goed, verjaart voor roerende zaken na 3 jaar, voor andere zaken na 10 jaar, terwijl de termijn voor de extinctieve verjaring is vastgesteld op 20 jaar. Als 20 jaar zijn verstreken zonder dat de verjaring is gestuit of geschorst, zal het hoogheemraadschap zich als eigenaar kunnen beschouwen van het gedeelte van het wrak, dat overblijft na verwijdering van de bedoelde pantserplaten, tenzij het hoogheemraadschap een ander als eigenaar zou erkennen.' 1961 januari Verzoek ontvangen van de firma Kuiper alsnog een vergunning te verstrekken. Tevens deelt men mee niet bereid te zijn het wrak voor 1 aan het hoogheem raadschap over te dragen. februari Uit telefonisch onderhoud tussen de heer Kuiper en ingenieur Boltje blijkt dat de heer Kuiper geen op lossing zoekt voor juridische problemen, maar voor de toekomst de mogelijkheid wil behouden, behalve de pantserplaten, nog meerdere materialen van het wrak te verwijderen. 'Ik stel er prijs op de goede verstandhouding met het aannemersbedrijf Kuiper en Leeuwenkamp te bestendigen en meen daarom, dat er reden is de voor gestelde toestemming te verlenen ondanks het feit, dat de heer Kuiper thans nog niet bereid is de eigendom van het wrak aan het hoogheemraadschap voor een symbolisch bedrag over te dragen'. Van de ooggetuigen die de stranding van het slagschip Prince George hebben meegemaakt en er uitgebreid over zouden kunnen vertellen zijn er nog maar weinigen in leven. Toch hebben we met enig geluk er nog drie gevonden, die we ter afsluiting van deze studie aan het woord laten. Twee gesprekken voerden we zelf, het derde gesprek ontlenen we aan een boek vanjoukc Minkema en Alphons Leijsen. JACOB VRIENDJES Met zijn vrouw bewoont hij een huisje behorend bij het bejaardentehuis 'Westerkimme' te Schoorl. Hij was ongeveer twintig jaar, toen het slagschip op de dijk liep. Hij heeft later ook aan de sloopwerkzaamheden deel genomen. Met veel genoegen laat hij ons het prachtige zilveren zakhorloge met inscriptie zien, dat hij kreeg voor zijn assistentie aan boord van het wrak tijdens de proef- 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1989 | | pagina 24