Een Brits slagschip uit 1895
In de periode 1860-1890 maakte de bouw van oorlogs
schepen een ongekende ontwikkeling door. Na ver
betering van de stoommachine door James Watt tussen
1769—1800, werd de stoomkracht benut voor de aan
drijving van raderschepen. Bij enige zeegang bleken de
schepraderen echter zeer kwetsbaar te zijn, zodat naarstig
gezocht werd naar een oplossing voor dit probleem.
Een grote verbetering werd bereikt, toen omstreeks 1850
het door een schroef aangedreven schip in gebruik kwam,
zij het, dat deze schepen nog volledig getuigd waren en
hoofdzakelijk door zeilen werden voortbewogen. De
snelheid was niet erg groot, zodat men de schroef tijdens
het zeilen uit het water kon ophalen, teneinde de
wrijvingsweerstand te verkleinen.
De destijds gebruikte houten oorlogsfregatten en
korvetten, voorzien van een (hulp)stoominstallatie,
bleken niet meer te voldoen, zodat men overging op een
nieuw type oorlogsschip, de ijzeren, later stalen kruiser
met gedeeltelijke bepantsering, zonder tuigage. Op de
fregatten waren de kanons namelijk op de toen gebruike
lijke wijze in de brede zij opgesteld, langsscheeps dus.
Bij het kruiser-type werden de kanons opgesteld
in torens, waarbij de zwaarste stukken geschut werden
ondergebracht in de torens op het voor- en achterdek.
De taak van de kruiser was allereerst het voeren van een
handelsoorlog, dat wil zeggen het afbreuk doen aan
de vijandelijke en het beschermen van de eigen handels
vloot, zoals in de Amerikaanse Burgeroorlog werd
gedemonstreerd
Tot omstreeks 1875 is er van verandering in de bouw
van kruisers niet veel merkbaar, voornamelijk omdat de
aandacht werd opgeëist door de ontwikkeling van
pantserschepen. Immers ook de verbetering van het
scheepsgeschut stond niet stil. De uitvinding van de
springgranaat, die de ronde ijzeren kanonskogel verving,
maakte het noodzakelijk de schepen van een doel
matige pantsering te voorzien.
Een volgende stap was de bouw van de pantserkruiser,
een oorlogsbodem voorzien van een volledige pantser
gordel en een pantserdek. Na 1890 komt men het woord
'pantserschip' echter nauwelijks meer in de vocabulaire
tegen. Men spreekt dan vrijwel algemeen van 'slagschip'.
Dit type schip, dat de kern van de slagvloot vormde, was
de ideale oorlogsbodem, die het tegen elke tegenstander
kon opnemen. Zijn projectielen konden de pantsering van
de opponent doorboren, terwijl de eigen bepantsering
intact bleef.
Tegen het einde van de 19de eeuw was een soort
'eenheidsschip' ontstaan. Slagschepen uit die tijd werden
alle ongeveer naar dezelfde inzichten gebouwd. De vuur
kracht werd geleverd door een zware batterij van enkele
kanons in torens, opgesteld op voor- en achterschip en
door een uitgebreide batterij van kanons van verschillend
kaliber in torens of kazematten, geplaatst op of in de
citadel, de centraal geplaatste opbouw. Tevens waren vele
De feestelijke tewaterlating van de 'Prince
George' op 22 augustus 1895 te Portsmouth.
De Britse vlag ('UnionJack') wappert van
de voorsteven. Door het nog ontbreken van
de bewapening en de bepantsering ligt ze
hoog op het water. Het slagschip kreeg aan
de boeg drie zware ankers; twee aan
stuurboord en een aan bakboord, waarvoor
uitsparingen in het dek waren aangebracht.
Foto Imperial War Museum, Londen.
ENIGE TECHNISCHE GEGEVENS EN DE LEVENSLOOP
VAN DE 'PRINCE GEORGE' TOT I9I4
SLAGSCHEPEN EN DREADNOUGHTS
2