Slopers en jutters
Prentbriefkaart van het op 28 december
1Q21 gestrande slagschip 'Prince George'
uitgegeven door de weduwe Jn. Louter
te Schoorl, naar een foto van Adr. Schoen
te Bergen.
Gestrande Engelsche Kruiser te Kamperduin
28-12-1921.
flagship of Vice Admiral Sir Alexander Bethel], Commanding
the Third fleet in the English Channel.
Subsequently she was paid off" and fitted as a base repair ship
for duty at Scapa Flow.'
Army, Navy and Air Force Gazette31 december 1921.
'A message from Ymuiden states that the Prince Georgean
obsolete British warschip, is stranded at Camperdown, and has
been abandoned by her crew.'
The Times30 december 1921.
'Lloyd's Ymuiden agent telegraphs that the obsolete British
warship Prince George is stranded at Kamperduin. The crew left
the vessel. No assistance could be rendered on account of
bad weather.'
The Naval and Military Record, 4 january 1922.
EEN SLAGSCHIP ALS KUSTVERDEDIGING
Het blijft jarenlang rustig rond de Prince George. De
assuradeuren zijn kennelijk een beetje huiverig om tot
uitbetaling over te gaan, hetgeen gelet op de
omstandigheden waaronder de stranding plaats vond niet
zo verwonderlijk is. Desondanks wordt na jaren van
touwtrekken door de verzekeringsmaatschappij aarzelend
de verzekerde som uitbetaald. Het hoogheemraadschap
Noordhollands Noorderkwartier, dat in het jaar vóór de
stranding, een zelfstandig lichaam is geworden, is als
eerste waterschapsbestuur in den lande eigenaar van een
slagschip.
Zat het hoogheemraadschap aanvankelijk met de oorlogs
bodem in de maag, later was men zeer ingenomen met
dit degelijke Engelse cadeau. Wat was namelijk het geval?
Het solide schip bleek een formidabele golfbreker te zijn
en is dat nog. Als het met de voorjaarsstormen in maart
192$ in tweeën breekt, waardoor een goede aansluiting
met de zeebodem wordt bereikt, is het effect optimaal.
Nadelig zandtransport wordt gestopt en men is lang niet
ontevreden met deze vorm van kustverdediging. Het af
zinken van (afgedankte) schepen wordt overigens al
eeuwenlang toegepast bij de aanleg van haven- en
geleidedammen.
Daar lag ze dan, de Prince George. Nog redelijk kompleet,
zij het dat de bewapening al in 1916 was verwijderd,
evenals de bijna 23 cm dikke nikkelstalen bepantsering
welke over de halve lengte van het schip was aangebracht
en was vervangen door gewone staalplaat. Ook de
geschutstorens en de commandotoren waren destijds
verwijderd, maar desondanks zag het schip er bij de
Stranding op de Hondsbossche Zeewering nog indruk
wekkend uit.
En die grote hoop staal, ijzer en koper deed de harten van
slopers en handelaars in deze metalen sneller kloppen.
Nog voor Nieuwjaar 1922 was er al koper, nikkelstaai en
teakhout weg en waren fraaie meubels en tal van andere
begerenswaardige zaken van boord verdwenen. 'De salon
van de commandant van het schip leek wel een hotel',
herinnert zich een oude Pettcmer, die vele malen een
'bezoek' bracht aan het schip. Vanuit Egmond tot Den
Helder verschenen er jutters, die deze wintermaanden wel
een paar centen wilden bijverdienen.
De eerste legale gegadigde meldde zich in maart 1923 en
vroeg het hoogheemraadschap om een sloopvergunning.
Het was de n.v. Electro uit Amsterdam.
16