Zij die het zeldzame schouwspel, dat het
gevaarte thans biedt, wenschen te zien,
doen goed om over Schoorl naar Camp
te fietsen. Het is daarbij gewenscht zich
zoo te kleeden, dat er aan de kleeren niet
veel valt te bederven. De wegen zijn
namelijk van dien aard, dat men ze niet
zonder vol modderspatten te geraken,
kan berijden.
Alkmaarsche Courant, 30 december 1921.
de mededeeling van Uwen berichtgever inzake de ondeugde
lijkheid der reddingsmiddelen hen onaangenaam heeft
getroffen. Wat de reddingsmiddelen te Petten betreft, kan men
gerust aannemen dat deze op andere plaatsen langs de kust niet
beter en gereeder worden aangetroffen. Met deze nu, hebben
uw geachte lezers een juist bericht, hoe of alles in zijn werk is
gegaan en wij hopen dat dan ook voortaan de geachte redactie
van het Alkmaarsch Dagblad zich ook goed overtuigt van de
betrouwbaarheid zijner rapporters.'
Ingezonden stuk van de heer H. S. Eriks, burgemeester van
Petten en voorzitter van de commissie van plaatselijk bestuur te
Petten van de nzhrm.
Schager Courant, 3 januari 1922.
ONJUIST BERICHT
'Wanneer men gedurende een geheelen stormnacht op een dijk
heeft gestaan, hard heeft gewerkt en ten slotte het doel bereikt,
vermoeid maar met een gevoel van voldoening huiswaarts
keert, dan stemt het hoogst onaangenaam in de inmiddels
uitgekomen courant een geheel onjuiste critiek aan te treffen op
het werk waaraan men uit louter menschlievendheid zijn volle
kracht heeft gegeven.
Het onjuiste in het bericht was voornamelijk dat het niet
spoedig slagen van de reddingspogingen werd geweten aan den
staat der reddingsmiddelen - de lijnen zouden door muizen zijn
beschadigd. Zulke berichten worden dan door alle couranten
overgenomen en geven een geheel verkeerd beeld van de wijze
waarop het Reddingswezen wordt behartigd.
In de Alkmaarder Courant van 31 december 1921 werd deze
fout hersteld en medegedeeld dat van minderwaardigheid der
reddingsmiddelen geen sprake was geweest. De kosten van deze
redding waren voor de Reddingmaatschappij 389,
ongerekend de kosten van vervanging van de verschoten
vuurpijlen en van touwwerk te zamen 1.500 bedragende.'
De Reddingboot, nr. 21, april 1922.
DE SCHEEPVAART-INSPECTIE
De Inspectie in het ie District te Amsterdam, stelt op 30
december 1921 een uitvoerig rapport op over de stranding,
waar in men ook zijn bevreemding uitspreekt over:
a het feit, dat de Britse sleepboten helemaal naar Engeland
terugkeerden om te bunkeren;
b 'dat het schip zoo met de ankers doorgegaan zou zyn, om
zoover heen te dry ven als het schip gedreven is. Of hier
opzet in het spel is, durf ik niet te beslissen';
c 'dat toen de sleepboot de tros vast had, de kapitein van het
schip weigerde, om de ankers te laten slippen, waardoor
het schip dan ook op het strand gekomen is'.
De inspecteur in het ie District, schrijft op 5 januari 1922 aan
de Hoofdinspecteur voor de Scheepvaart te 's-Gravenhage dat
'hij herhaaldelyk getracht (heeft) om een of meer der
opvarenden van dit schip of van de sleepbooten te kunnen
hooren voor voorloopig onderzoek, doch dat dit (hem) niet is
mogen gelukken, omrede deze lieden allen reeds naar
Engeland zyn vertrokken.'
De Commissie uit den Raad voor de Scheepvaart beslist
ter zitting op 10 januari 1922, dat geen onderzoek naar die
Scheepsramp zal worden ingesteld.'
ENGELSE BERICHTEN OVER DE STRANDING
Ook in Engelse kranten en tijdschriften werd aandacht aan
de stranding geschonken:
Prince George, battleship, has been sold out of the Navy and
towed away from Sheerness for breaking up. She was launched
at Portsmouth in 1895, and if the early part of the war was
15