breukelingen hadden zeer weinig licht aan boord en de
storm en de duisternis en het verbazend hellen van het
schip waren oorzaak dat zij zich niet of zeer moeilijk
konden verplaatsen waardoor zij ook niet wisten, of zich
daar niet konden overtuigen, of de laatste pijl met lijn
aan boord was.
Te 6 uur zijn wij toen vertrokken om de reddingboot te
gaan halen van hier en zoo mogelijk de redding per boot
bij daglicht uit te voeren, wat namelijk zeer gevaarlijk
zou zijn met zonder strand zeer nauw aaneengelegen
pieren en alles stenen bermen.
Te half acht 's morgens waren wij allen weer ter plaatse
met reddingboot van hier en vuurpijlen van Egmond aan
Zee om opnieuw pogingen uit te voeren en toen bleek
ons dat de laatste pijl toch door ons gemeende en vurig
begeerde verbinding tot stand had gebracht en we toen
onmiddellijk alles in gereedheid brachten om tot afhalen
over te gaan.
Zonder noemenswaardige stoornis had alles toen een vlot
verloop en hadden wij de groote voldoening na zeer veel
moeite en voorbereidering de menschen aan land te
krijgen. Te half tien waren de menschen van boord. Hier
mee U een en ander te hebben meegedeeld van de plaats
gehad hebbende redding en gaarne tot meerdere bereid te
zijn blijven wij met de meeste hoogachting Uw dienst
willige
Namens de Plaatselijke commissie te Petten
H.S. Eriks, voorzitter
K. Nottelman, secretaris.'
Aan de redding hebben deelgenomen, van de commissie
van plaatselijk bestuur de heren H. S. Eriks, voorzitter en
de leden van de commissie K. Nottelman, G. Timmerman
enjb. Timmerman en verder G. Blom, vuurpijlrichter,
C. Snip, assistent vuurpijlrichter, J. Duin, bootsman der
reddingboot, N. Schager, P. Koopman, P. Kuiper,
P. Hollander, P. Schager, P. Glas, M. Roozing, Ph. de
Graaf, A. Schaap, J. Vriendjes, Jb. Vriesman, Jb. Visser,
K. van der Vlies, J. Timmerman en P. Koopman, allen
roeiers en reserve-roeiers van de reddingboot.
KRITIEK UIT DE PERS, REACTIES EN
OFFICIËLE RAPPORTEN
De gelukkige afloop van deze aktie krijgt een vervelende
nasmaak door de kritiek die over de Noord- en Zuid-
Hollandsche Redding-Maatschappij losbarst. Wij citeren
in verband hiermee enkele fragmenten hieruit.
UIT SCHOORL
"s Morgens, toen de zee wat kalmer was, werden pogingen
gedaan om met de reddingsboot de menschen te redden, doch
het bleek niet mogelijk den kruiser met de reddingsboot te
naderen, waarna pogingen werden gedaan om de menschen
met de broek aan wal te brengen. Dit gelukte, nadat men
daarvoor per auto de lijn van Callantsoog had gehaald, omdat
bleek, dat dit van Petten door muizen onbruikbaar was
geworden. Wat meer toezicht op de reddingsmiddelen is wel
gewenscht.'
Alkmaarsche Courantvrijdag 30 december 1921.
UIT PETTEN
'Naar ons van betrouwbare zijde medegedeeld wordt is ons
bericht over de redding der schipbreukelingen van den bij
Petten gestranden kruiser, wat betreft de kwaliteit der
reddingsmiddelen, niet juist geweest. De burgemeester van
Petten, de heer Eriks, heeft eerst een zevental vuurpijlen,
behoorende tot de reddingsmiddelen van Petten, laten
gebruiken, doch zonder succes. Daarna is te Callantsoog om
pijlen gevraagd en met de laatste daarvan werd verbinding
verkregen, wat evenwel door de duisternis niet dadelijk werd
opgemerkt, zoodat dus ook nog te Egmond aan Zee om pijlen
verzocht werd. Van minderwaardigheid der reddingsmiddelen
is geen sprake geweest. De schipbreukelingen zijn allen naar
IJmuiden vertrokken.'
Alkmaarsche Courant, zaterdag 31 december 1921.
INGEZONDEN STUK
'Mijnheer de Redacteur!
De bemanning bestaande uit 10 koppen, 4 Engelschen en 6
IJmuidetiaren, werden toen een voor een naar land gehaald en
waren zeer dankbaar. Die waren er wel van overtuigd dat de
beste pogingen waren verricht, hoewel er met veel niet te
voorziene tegenspoeden was te kampen geweest. Wanneer men
nu nagaat dat deze handelingen gedurende den geheelen nacht
aan de kust tijdens stormweer zijn uitgevoerd ('s morgens te
plm. 6 uur werd het weer iets beter) en er door plm. 30
menschen steeds hun uiterste best is gedaan, kunt u nagaan, dat
Een schipbreukeling wordt met
het wippertoestel'de broek'naar de
vaste wal gehaald.
14