een aantal zich telkens weer sluitende doorbraakgaten,
die 111 de loop van hun relatief korststondig bestaan vanaf
de 13de tot het midden van de 16de eeuw met de naam
Zijpe werden aangeduid (afb. 2).5
Ook de eilanden Huisduinen en Callantsoog waren aan
voortdurende kustafslag onderhevig, terwijl zij in de loop
van de eeuwen door kweldervorming aan de oost- en
zuidoostzijde aangroeiden.
Omstreeks 1300 had het eiland Huisduinen een breedte
van ongeveer 8 km, het eiland Callantsoog van ongeveer
5 km buiten de huidige kustlijn. Sedert omstreeks 1300
bedroeg de kustafname van Callantsoog tot heden
gemiddeld 10 m per jaar, waarbij uiteraard in de eeuwen,
waarin de kust niet of nauwelijks verdedigd werd en het
Marsdiep in betekenis toenam, de afname het grootst is
geweest.6 Vooral het uitschuren van de zuidelijke
toegangsgeulen van het Marsdiep in de buitendelta,
Landsdiep en Schulpengat, en het terugbrengen van de
eilanden Huisduinen en Callantsoog binnen een vloeiende
kustlijn na de aanleg van verbindende zanddijken
Petten-Callantsoog tussen 1552 en 1596, Callantsoog-
Huisduinen 111 1610 hebben aanzienlijk kustverlies
veroorzaakt.7
Tussen 1662 en 1751 bedroeg de afname van de duinkust
ten zuiden van Huisduinen volgens berekening van de
landmeterjan Wonder Muller gemiddeld 6,85 m per jaar,
terwijl die bij Callantsoog toen nog minstens 3,50 m
per jaar bedroeg.8
AFBEELDING 2
Het kustgebied van de Kop van Noord-Holland
omstreeks ijoo. Reconstructie Schoor! 1979,
afbeelding 1bladzijde 9.
1 Marsdiep
II Heersdiep
III Zijpe
A Texel
b Huisduinen
c Callantsoog
D Oogduinen
e Wieringen
1 Den Burg
2 De Waal
3 De Westen
5 Den Hoorn
6 Landsdiep van
Huisduinen
7 Oogsloot
8 Kromme Giel
9 Zuidelijke getijgeul
van het Heersdiep
10 Goeree/Sinckelsant
11 Torp
12 Groot-Kleins
-14 Petten Noord en Zuid
15 Sint Maarten
16 Valkoog
17 Schagen
mariene zanden
pleistocene zanden
pleistocene zanden op keilccm
M kei,een
duinformaties
kwelde
rgronden
l verdronken veengebieden
dijkrestanten/nederzettingcn/kerkhoven (verdronken)