Kustgenese - kust genezen? Bijdrage tot de discussie over de kust van Noordhollands Noorden door H. Schoort Inleiding De woordspeling in de titel zou opgevat kunnen worden als suggestie dat de Nederlandse kust 'ziek' zou zijn. Dit is (nog) niet het geval, maar wel zijn er zwakke plekken en wel vereist de kust aanhoudende zorg. Om de medische terminologie nog even voort te zetten: daarom is sinds eeuwen met min of meer succes aan de Neder landse kust 'gedokterd'. Als we ons beperken tot de Kop van Noord-Holland tussen Hondsbossche en Marsdiep, dan kan worden vastgesteld, dat als gevolg van de ontwikkeling van het Zeegat van Texel en de eeuwen lange 'wash over' of overslag van zanden in het Zijpe-Koegrasgebied de achteruitgang van de kust hier aanzienlijk is geweest. Door menselijke activiteit aanleg van zanddijken tussen Petten en Callantsoog (1552-1596) en Callantsoog en Huisduinen (1610) - en daarop gevolgde natuurlijke processen, is tussen het verdedigde kustgedeelte van de Hondsbossche en het Marsdiep een relatief smalle duinkust ontstaan, die erosiegevoelig was en dat lokaal is gebleven. Voor Zuid-Holland zijn plannen ontworpen om de kust van het Westland zeewaarts uit te breiden, waarvan economische en kustbeschermende voordelen worden verwacht: landwinst, vergrote recreatiemogelijkheden en verbetering van de waterhuishouding van het achter liggende gebied, die de kostenpil moeten vergoeden. Deze plannen beogen vervanging van het door kusterosie verloren duinlandschap voor de kust van Delfland en zijn ontwikkeld met het 'Bouwen met de Natuur' als leidraad.2 De vraag kan gesteld worden: maar Noord-Holland benoorden de Hondsbossche dan met zijn smalle duinen en lokaal erosiegevoelige kust? Kan een dergelijk plan voor Noord-Holland gelanceerd worden, waarmee niet alleen voor dit gebied een toekomstige grotere veiligheid wordt geschapen, maar eveneens recreatieve mogelijkheden worden toegevoegd en de waterhuishouding van het achterliggende land wordt verbeterd? Het hier geopperde plan om de kust ten westen van Den Helder zeewaarts uit te breiden met inschakeling van natuurlijke processen, moet noch als afgerond, noch als in de huidige omstandigheden als financieel realiseerbaar worden beschouwd, maar als inbreng tot discussie en onderzoek naar de mogelijkheden daarvan, in het bijzonder met het oog op een eventuele toekomstige versnelling van de zeespiegelrijzing, welk aspect in toenemende mate in de discussie wordt betrokken. Alvorens de mogelijkheden onder ogen te zien, moeten we de ontwikkelingen nagaan, die tot de huidige situatie hebben geleid: a De ontwikkeling van het Marsdiep en de aangrenzende kustgedeelten sedert omstreeks 1200. b Het getij mechanisme van het Marsdiep; de Zuider en Noorderhaaksgronden en de buitendeltageulen in hun historische ontwikkeling, c De strandsuppleties bij Callantsoog en de correcties van het Schulpengat. d Plannen met betrekking tot de buitendelta van het Marsdiep: Husly, 1786; Lievense, 1981. ZEVENDE UITGAVE KRING VAN 'VRIENDEN VAN DE HONDSBOSSCHE, I987-I988 correspondentieadres: Postbus 22, 1S00 aa Alkmaar, telefoon 072-193636 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1987 | | pagina 1