Wandelaar vindt
skelet op strand
bij Den Helder
De conclusie
Literatuurverwijzing
De ene landing met al de gevolgen was al erg, een tweede
zou catastrofaal zijn geweest.
Eén rampzalig gevolg heeft de inval nog jaren later gehad:
de dijkversperring bij Durgerdam was onverantwoord
slecht aangelegd; de aannemer had heipalen gebruikt van
1/3 van de voorgeschreven lengte.
Of een vijand had kunnen worden gekeerd weten we niet,
maar in 1825 drukte het hoge water bij de storm juist
hier het dijkgedeelte weg. Gevolg een watersnood tot ver
voorbij Zaandam
Tijdens de invasie vorderen de Bataaf-Franse troepen
kaarten bij de polderbesturen, voor zover niet bezet. De
best bruikbare waren die van de Uitwaterende Sluizen,
vooral de viervelskaart, die het hele gebied boven het Y
bestreek. Hier ziet u de batterij op het zuideinde van de
zeewering bij Camp. De kaartgegevens waren echter circa
130 jaar oud met als gevolg dat de dubbele versterking
staat aangegeven op de plaats die in 1799 al lang in zee was
verdwenen.
De batterij staat enige malen genoemd omdat deze een
permanente funktie leek te krijgen. Aangelegd na de
capitulatie van de invasietroepen op 14 oktober was zij
eerst voorbestemd in geval van een herhaalde inval de
vijand met succes te keren. De Zijpe, de Harger- en de
Pettemerban waren dan geïndundeerd, zodat daar geen
passages mogelijk waren. Een formidabele batterij bij
Oude Sluis was voldoende de weg naar Medemblik te
beschermen. Bij Camp was, zoals gezegd, plaats voor 14
stuks zwaar caliber geschut en 8 houwitsers alle opgelegd
in 's lands arsenaal in Hoorn. De duinregel ten noorden
van de versterking was kaarsrecht en 300 roe lang en bood,
zoals elders reeds genoemd, voor een aanstormende
cavalerie geen enkele bescherming. Aldus luitenant
kolonel Le Terre de Montigny op 6 februari 1800.
Het hoogheemraadschap zag een groter en gevaarlijker
vijand; de brede en diepe sleuf was een ontoelaatbaar
zwakke plek in de zeewering bij hoog water en storm. Ze
was maar liefst 12 a 13 voet diep en 28 voet breed.
Tenslotte gaf Krayenhoff in 1803 namens het staatsbewind
de opdracht tot amovering. Meer dan 1.347:—8:zou
het niet mogen kosten. Een niet gering bedrag en toch nog
onvoldoende.
Geleidelijk en toch vrij snel verdwijnt de oorlog uit de
archiefboeken en langzamer uit de herinnering van de
mensen, al zou de invasie met zijn rampzalige gevolgen
nooit uit publicaties van allerlei aard verdwijnen. Soms
frist de zee ons menselijk geheugen op. Immer knagend
aan de Hollandse kust spoelde ze in 1986 op het strand bij
Den Helder tastbare herinneringen aan de inval bloot.
Soms werpen gebeurtenissen hun schaduwen vooruit.
Andere laten lang een schaduw na. Dat was het geval met
de inval van de Engelsen en Russen in 1799.
DEN HELDER - Het skelet
dat zaterdag op de vloedlijn van
het Helderse strand dichtbij de
gemeentegrens met Callantsoog
is gevonden, dateert waarschijn
lijk uit 1799. Het werd gevonden
op een plek die vroeger 200 meter
landinwaarts lag. Er zijn bij het
geraamte een knoop en een mus
ketkogel gevonden die erop dui
den, dat het skelet dat van een
krijgsman is, die omkwam bij de
landing van Engelse troepen in
augustus 1799. De Gravendienst
van de Koninklijke Landmacht
zal proberen uitsluitsel te geven
over de nationaliteit ervan.
In 1799 woedde in de Kop van
Noord-Holland een Engels-Rus
sische oorlog tegen de Fransen.
Op 27 augustus 1799 landde een
Engelse troepenmacht op de Hol
landse kust iets ten noorden van
Callantsoog, ongeveer daar waar
Den Helder en Callantsoog nu
aan elkaar grenzen. Een Russi
sche macht van 17.000 man sloot
zich bij de Engelsen aan, waar
door de Fransen te maken kregen
met een 40.000 man sterke tegen
stander.
DAGBOEK I
H.G. D. Eysink Smeets, Russen en Engelsen in Noord-Holland,
Schoorl 1983.
dagboek 2
Albert Kaan, Dagboek, alleen in handschrift, 1799.
Copie aanwezig in het archief van het hoogheemraadschap
Noordhollands Noorderkwartier.
Kaart 1 en tekst in kader op blz. 14 Algemeen Rijksarchief nr.
o.s.k.h. 47 en memorie-nr. h 52, Ministerie van Oorlog (1799).
Voor verdere bronvermelding van de gebruikte gegevens wordt
verwezen naar het archiefexemplaar van deze uitgave, aanwezig
in het archief van het hoogheemraadschap Noordhollands
Noorderkwartier te Alkmaar.
De tekeningen van Henk Tol op de bladzijden 1, 11 en 14
zijn details, ontleend aan de orginele prenten, zoals opgenomen
in Eysink Smeets 1983.
15