De Krulsteert. en Grootdammcrpolder. De hoge oever f-g is nog maar voor een klein deel aanwezig. Kortgeleden is het meeste langzamerhand door het weghalen van grond verdwenen. Op de kaart van hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland is de weg/kade nog als bestaand aangegeven als Noorderweg. Blijkbaar als voorganger van de meer noordelijk gelegen Nieuwe weg, die ook al op die kaart voorkomt. De Groetermoer zal de vroegere afwatering van de beken uit het hoge land naar voormalig Rekere-water zijn. We menen dat de aanleg van wat later de Tarruwdijk zal heten van d tot Schoorldam in een latere periode zal zijn gebeurd. Omdat na de aanleg van deze 'Grote Dam' zoals al eerder werd gezegd, een polder met een moderner karakter ontstond. Door de regelmatige kromming die bij d vanuit de Hogendijk zuid gericht is en de overweging dat d—e alleen zin kan hebben gehad als de Tarruwdijk er niet was, zien wc de aanhechting van de laatste, in punt d. Bij de gegeven beschrijving van de oude waterkering is de Vaalderweg in de polder als een voormalig dijkje niet passend. Deze weg met ter weerszijden afwisselend hoge en lage landen, soms zelfs de weg lager dan die landen, geeft niet de indruk een dijk te zijn geweest. Veeleer vanuit de hoge gronden alleen een heel oude toegangsweg naar de lage landen. Daarna komen we met de belangrijke doortrekking van de Schoorlse Zeedijk van C naar h te Krabbendam op meer bekend terrein. Deze dijk tot afsluiting van de Rekere met bij c een zate van wel 30 m is van veel groter opzet geweest dan die van de Hogendijk. Het valt op dat men voor deze Rekerdam niet de kortste afstand heeft genomen vanuit de Hogendijk. Vanuit c ging men eerst ongeveer evenwijdig met die bestaande dijk om daarna geleidelijk een overgang te maken tot de afsluiting van de geulen van de Rekere-mond. Er is wel eens verondersteld dat de bestaande Schoorlse Zeedijk van a naar c tegelijk met die aanleg verzwaard zou zijn. Tijdens het maken van een verbinding van de Hondsbosschc Vaart naar de put voor kleihalen uit de Zijpe voor de laatste verhoging van de Hondsbossche werd die dijk verticaal doorsneden waarbij een egaal goed profiel was te zien waarin geen oudere lage kern voorkwam. Wc zouden graag tot enige datering willen komen voor de eerste aanleg van het hiervoren behandelde oudste tracé van de Schoorlse Zeedijk. Daar kan alleen, menen we, in grote trekken iets over worden gezegd. We kunnen daarbij de volgende gegevens betrekken. De Rekerdam was er al in 1272 (Westenberg 1974, blz. 38) en kan zoals hij aanneemt enige jaren eerder in 1264 opgeworpen zijn. Er moet daarbij worden bedacht dat het toen ook gedaan was met het optreden van hoog buitenwater in de Rekere waardoor het opwassen van nog niet ingedijkte kwelders onder Schoorls gebied zo goed als afgelopen was. Maar de tot standkoming van de Grootdammcrpolder bleek nog een haalbare zaak te zijn geweest. Dat houdt in dat de kwelders die deze polder gingen vormen reeds voldoende rijp waren om ingepolderd te kunnen worden vóór de bouw van de Rekerdam. Bij het ontstaan van het complex Hargen/Groct lijkt het inpolderen van een groter zuidelijk gebied nog niet mogelijk te zijn geweest. Vóór het nadien opwassen van de zuidelijker kwelders moet toch gedacht worden aan een vrij lange tijd vóór 1264. Hoewel Hof (I973> blz. 448) voor de eerste aanleg van de Schoorlse Zeedijk 1250 noemt, waaruit volgt dat al na 14 jaren de Rekerdam zou volgen, lijkt de tijd tussen de aanleg van de Hogendijk en het rijp worden van die zuidelijker landen te kort en stellen we de aanleg van het eerste dijkenstelsel A-c-D—g liever op omstreeks 1200. 17 AFBEELDING l6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1985 | | pagina 17