Fragment van de kaart van
Adr. Anthonisz. (1572)
h/h'
Maar er is meer over een Coochhuys te zeggen.
J. Breed woonde in het huis dat 'de Koog' werd genoemd
en dat aan de westzijde van het bovengenoemde
Koogwegje stond. Het was een oud, zogenaamd
burgerhuis met dikke balken en met een aangebouwde
kapberg en schuur dat omstreeks 1931 is verbrand. In het
huis en de schuur werd het vee gestald. Het stond op hoog
land dat later is afgegraven, ook ter plaatse van het oude
huis. Deze mededeling doet denken aan de plaats van 'een
huysinge genaemt de Cooch' in 1573 afgebroken (Belonje
1942, blz. 22). Het lijkt aannemelijk dat het oude huis
waarin Breed woonde de opvolger kan zijn geweest van
het pand waarover Belonje mededelingen doet. Het hoge
land terplaatse kan nog een uitloper zijn geweest van het
grotere Koogcomplex. De echte plaats van het Coochhuys
van de oude kaarten blijft dus onopgelost. We hebben de
keuze tussen die aan het Koogwegje en een plaats op het
voormalige terpje. Wel willen we opmerken dat er pas een
behoorlijke opstal zal zijn gebouwd nadat de Schoorlse
Zeedijk was aangelegd.
d 'tabtshuys
Abtshuys - Huys te Hargen Uithof van Harghen, zo
komen we het in de literatuur tegen. Op oude kaarten zien
we het in de gang van de historie degraderen van Abtshuys
naar Abtsruwijn tot Abtsnol.
Zelfs in onze tijd duiken er nog misvattingen op over de
goede plaats van het huis. Daarom geven we die plaats met
nummer 14 nog eens aan op afbeelding 15.
Daarover bestaat geen twijfel, omdat we zelf nog op de
rest van de nol hebben gestaan in de dertiger jaren. Freek
Gutker vertelde dat het land 'De Nollenweid' werd
genoemd en familiebezit was. In het begin van deze eeuw
werd er wel eens per trog grond van het terpje gehaald
voor aanvullingen elders. Men had daarbij wel resten van
sloffen of muiltjes gevonden.
Juist ten oosten van de Nollenweid noemden ze het land
de Oude Ley en dat juist ten noorden de Nieuwe Ley.
Tijdens de Duitse bezetting werd door de Nollenweid een
tankgracht gegraven en het eind van de geschiedenis is dat
daar nu de installatie boven een aardgasbron staat.
Over dit bezit hadden we in 1977 gesprekken met wijlen
pater Hof. Hij vertelde dat de oudste enigermate goede
opsomming van landerijen van de abdij is uit de jaren
1372—1373. Deze geeft veel landen met hun namen. We
wilden weten of er in onze tijd nog van die namen in
gebruik zijn. Wc kregen de indruk dat het bezit verspreid
was over de gehele polders van Hargen tot Petten en dat
door het voorkomen van al die gevestigde namen vast
gelegd kon worden dat er toen sprake was van een groot
reeds lang gevestigd agrarisch bedrijf.
Om enig inzicht in aantal en namen van de opsomming te
geven het volgende in het kort: Voor de 'erfhuur' worden
16 landnamen gegeven. Voor de 'jarighe huur' worden
drie kolommen met wel 44 namen genoemd. Van de
meest karakteristieke namen noemen we Bobelcamp
Overnesse - Symekenweer Hofvenne - Petmercamp -
Camenutcrdijc - Batenwael d'Oude Leye Uternesse
Coochvenne - Luwenweer en Quade Made. Op de
volgende bladzijde staan dan nog 13 namen waarbij
vermeld wordt: 'de middelste bronnen - grote inscilp
Hontsbosch'. Daaronder tenslotte 'Summa van
AFBEELDING 14
E ABDIJ-BEZIT I4DE EEUW
14