Dat deden we om ze te kunnen ringen en zodoende meer
aan de weet te komen over hun trekgewoonten. Wc
hadden daarvoor een ondiepe plas over een grote breedte
afgezet met heel dunne, zogenaamde mistnetten. Met ons
tweeën dreven we de vogels behoedzaam voor ons uit.
Toen wij de vogels op ongeveer een meter afstand van het
net hadden (de netten hingen vlak boven het water),
klapten wij in onze handen. Wij dachten dat het niet anders
kón of de vogels zouden in het net vliegen. Het gebeurde
niet. Op hun gemak vlogen zij dwars van ons weg en
gingen een eindje verder door met fourageren.
Er zijn ook zeevogels die zich minder ver op zee en oceaan
wagen, dieren die tot aan de randen van het continentale
plat gaan. De Noordzee ligt binnen zo'n continentaal
plat. Vaak zijn het vogels die onderwater (duikend) op
zwemmende vissen of inktvissen jagen. Onder invloed van
jaargetijde, wind, stroming en voedselaanbod (plankton
bijvoorbeeld) komen er op wisselende plaatsen in zee grote
hoeveelheden vis voor. Hierdoor worden onder andere Jan
van Genten aangetrokken, die dan naar deze vissen duiken.
Jan van Genten zeilen door de lucht en storten zich
plotseling recht naar beneden duikend in het water.
Hoewel het maar zelden gebeurt kunnen we over het
algemeen toch zeggen dat de Jan van Gent langs onze kust
een regelmatige gast is. De mogelijkheid om deze vogel
waar te nemen is in oktober het grootst. Vanaf de Honds-
bossche kan iedereen met een goede verrekijker ze dan
bezig zien. Op 17 september 1977 werd door de Club van
Zcetrekwaarncmers bijna 1100Jan van Genten geteld.
Papegaaiduikers, zeekoetcn, alken, kleine mantelmecuwen
en soms ook wel zilvermeeuwen horen ook tot deze groep
van zeevogels. Ze worden dan ook veelvuldiger waar
genomen dan de 'verre' oceaanvogels.
Hoewel de Papegaaiduiker aan de Nederlandse kust een
zeldzame wintergast is, kan het soms gebeuren dat hij zo
dichtbij komt dat hij goed waar te nemen is. Het is een
prachtige alkachtige vogel met een zwart-wit verenkleed,
rode zwempoten een een grote papegaaiensnavel. Op mij
maakt hij altijd een koddige indruk. Vooral als hij met
gevangen visjes dwars in de snavel voorbij vliegt. Hij lijkt
dan op een vogel met een hangsnor!
De grote, opvallende snavel is voor de Papegaaiduiker erg
belangrijk. Hij dient hem als wapen en als visvang- en
graafinstrument. Met hun snavel hakken en schrapen de
papegaaiduikers in de rotsachtige bodem om een diep
nesthol te maken. De losse aarde werken ze dan weg met
hun poten, 's Zomers is die snavel fel gekleurd met blauwe,
gele en rode strepen, 's winters is hij geelachtig van kleur.
Ook zeekoeten zijn vogels die een groot deel van hun leven
op zee doorbrengen. Zij hebben een bruinzwart-wit
verenpak met zwarte poten en snavel. Begin februari gaan
ze naar de kale rotsen voor bijvoorbeeld de Britse kust
om hun nestplaatsen op te zoeken. Het vrouwtje legt één
ei en houdt dit tijdens de gehele broedperiode tussen
haar poten geklemd. In augustus trekken ze weer naar zee
om daar de rest van het jaar door te brengen. Het is
triest dat van deze vogelsoort duizenden het leven laten
als stookolieslachtoffer.
Voorts zijn er vogels die dicht bij de kust blijven of de kust
lijn volgen; de kustvogels dus. Ze zijn vaak redelijk goed
met het blote oog te zien. Het zijn onder andere duikers,
zee-eenden, eidereenden, ganzen, grote en kleine stelt
lopers, meeuwen, sterns en aalscholvers. Vanaf september
tot en met begin mei huizen deze vogelsoorten langs de
Nederlandse kust. Dus ook langs de kunstmatige kustlijn
van de Hondsbossche Zeewering.