YJ- tr~ Het leven binnendijks Tot nu toe heb ik het alleen gehad over de vogels die 'buitendijks' te zien zijn. Die over zee of langs de buiten kant van de Hondsbossche kwamen. Ik heb nog niet verteld over de vele vogelsoorten die 'binnendijks' over land - doortrekken. Of komen pleisteren en fourageren in het natuurgebiedje 'De Putten' in de achter de dijk gelegen Vereenigde Harger- en Pettemerpolder. Evenmin sprak ik over de vogels die elk jaar weer in deze polder terugkomen om hun soort in stand te houden. In het verleden gebruikten dijkenbouwers (klei)grond voor het versterken en het ophogen van dijken. Deze (klci)grond haalden zij - als het even kon - zo dicht mogelijk bij de dijk vandaan. Zij ontgroeven (klei)grond uit het voor de dijk liggende voorland, of als dat ontbrak uit het land direkt achter de dijk. Klciputtcn heten de gaten die door deze graverij ontstonden. Het huidige natuurgebiedje 'De Putten' is zo ontstaan, het is 20 ha groot en nu eigendom van Natuurmonumenten. Door de verhogingswerkzaamheden (1977—1981) aan de Hondsbossche dreigden De Putten gedeeltelijk te verdwijnen onder de zandmassa's van de nieuwe, dcltahoge dijk. Het hoogheemraadschap Noordhollands Noorder kwartier heeft een gedeelte land echter laten vergraven, zodat De Putten haar oorspronkelijke grootte behield. Zo bleef er voor de vogels een belangrijke pleisterplaats, tevens fourageergebied en broedterrein, behouden. En het gebied rondom? Klim maar weer de dijk op. U ziet dan een mooi, nog vrij gaaf, open polderlandschap, dat schaars bebouwd is. Schaars bebouwd vanwege de onzekere factor van de altijd loerende, zo nabije zee? Op een klein stukje bouwland na bestaat de polder voornamelijk uit weiland, gestoffeerd met koeien, schapen en een enkel paard. Het land is licht geaccidenteerd. Het water in de sloten ligt vijftien centimeter tot ruim een meter beneden het maaiveld. inxruto y/^'u/it/\nx>s <^/e*vr?a'(risii{cac. (corno, C-erat~flSerrreiSW7^ tocrCi/stri^ (jx-edcor/ix 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1984 | | pagina 10