.1. -
A
AFBEELDING 17-22
Details van twee samengevoegde tekeningen
van de Hondsbosse Zeewering en Petten achter
een versterkte zanddijk, gemerkt E. V.H.F.
1614. Oest. Nat. Bibl., Atlas Laurens van der
Hem, band 15 nr. 58. De tekeningen geven
de situatie bij eb en vloed weer.
AFBEELDING 17
Constructie paalwerken gezien bij eb.
AFBEELDING l8
Constructie paalwerken en steenvulling
gezien bij vloed.
De mening van Conrad, dat tot 1600 'geen geregeld stelsel
van verdediging toegepast is', is slechts in zoverre juist, dat
uit de kaarten van Adriacn Anthonisz (1582), Gerrit
Dircksz Langedijck (1596) en Baptista Doetecomius (1600)
(afb. 11, 12 en 13) blijkt, dat geen hoofden, maar een
paalwcring langs strand en duinvoct in stand is gehouden,
waarbij de werking van stroom, golfslag en wind een meer
vloeiend verloop van de kustlijn heeft bevorderd en tot
terugname van uitspringende verdedigingswerken heeft
genoopt. Tc zeggen dat 'eene onvoldoende zeewering'
overbleef is niet gerechtvaardigd. Zowel Langedijck (1596)
als Doetecomius (1600) geven aaneengesloten paalwerken
voor de duinvoct weer, terwijl volgens de kaart van
Doetecomius de Nieuwe Inlaag van 1582 en Lebbersduin
aan de landzijde met een binnendijk, een slaper zijn
versterkt, die op de kaart van Balthasar van Berckenrode
uit 1621 als zodanig 'Slaeper' wordt genoemd (fragment
afb. 14).
Niettemin achtte men de situatie bezuiden Petten niet
veilig genoeg. In 1614 kwam dwars door de Ley een
verbinding tot stand tussen de Schoorlsc dijk en de tot
binnenduin verstoven Nieuwe Inlaag van 1577, in het
verlengde van de schcidingsdijk tussen Zijpe en
Hazepolder. Deze Nieuwe Slaper of Dromer is op de
kartering van Van Berckenrode duidelijk afgebeeld
(fragment afb. 14). Ten noorden daarvan diende een nieuw
13