in H0jby kirke, Nummer 141, december 2021 Historische Vereniging Texel 7 Gewelfschildering uit de veertiende eeuw Sjaelland, Denemarken. vorstendom na vorstendom. Ook in Engeland speelde deze ontwikkeling. De eigendomsrechten op de scheepslading bleven bestaan zolang zich nog één levend wezen aan boord bevond, man, hond, kat of muis; en met minimaal één levend wezen aan boord was een schip geen wrak, zo verordonneerde koning Henri III van Engeland (1216 - 1272).11 Een veilige ankerplek op de Texelstroom, aan de lijzijde van Texel, leidde tot concentraties van ankerende schepen. Wanneer in zo'n concentratie een enkel schip van zijn anker sloeg of een anker ging krabben, resulteert dit snel in een grote ravage. Zo'n ravage stond mogelijk aan de wieg van grote scheepsrampen, zoals in 1367 en 1375 en waarover hieronder meer. De ontwikkeling van het strandrecht in Noordwest- Europa in de late middeleeuwen Het langs de kusten van de Noordzee en de Oostzee tot in de late middeleeuwen toegepaste strandrecht ging uit van het principe dat alles wat de zee aan de kustbewoners gaf, daarmee hun eigendom werd - inclusief eventuele overlevende schipbreukelingen, tenzij die van de eigen stam waren.9 De gangbare formulering voor aangespoelde goederen in de Bloise rentmeestersrekeningen was “uit see aencomen”. Daarmee werd iedere relatie met een mogelijke eigenaar vermeden en sloot deze formulering aan op de denkwijze van het oude strandrecht. Desondanks lag de praktijk van de omgang met zeevond op Texel in de tweede helft van de veertiende eeuw genuanceerder, zo blijkt verder in dit artikel. Naast het gebruik van de gangbare toponiemen Vlie, Marsdiep, Texel en Vlieland in de rentmeestersrekeningen, is het gebruik van twee andere toponiemen in het westelijke waddengebied opvallend. In oktober 1367 reisden twee adviseurs van Blois, zijn rentmeester-generaal, een schrijver en enkele bedienden naar Texel en Vlieland om een eerste blik te werpen op de gevolgen van een grote scheepsramp. Ze liepen daarbij met een door hen gehuurde schip aan de grond op “die hefzande bi der Hancghist”.7 De naam Eierland werd in 1543 gebruikt als synoniem voor het Oude Hefzand; dat lag toen tussen Vlieland en het ook in 1430 genoemde Nieuwe Hefzand.8 De Hengst is nog steeds een zandbank tussen Texel en Vlieland en vanaf de dijk bij Cocksdorp met het blote oog zichtbaar. Met de toename van de internationale handel over zee en de concentratie van kooplieden in handelssteden rees het verzet tegen het strandrecht. Handelaars en handelssteden als direct belanghebbenden wilden immers hun eigendomsrechten op door schipbreuk geborgen goederen handhaven. Met andere woorden: ze wilden zich bevrijden van het strandrecht. De Hanzestad Lübeck lukte het als eerste om in 1204 met de Deense koning afspraken te maken over strandrechtbevrijding voor de gehele Deense kust.10 Vanaf dat moment vergrootte de Hanze haar grip op het internationale zeerecht en verloor het strandrecht stap voor stap terrein, stad na stad en Tijdens dat proces van bevrijding van strandrecht kwam in eerste instantie een derde van de gestrande en vervolgens geborgen goederen aan de wettelijke eigenaar, een derde aan de vorst van het gebied waar de goederen aanspoelden en een derde aan de vinders. Nog tijdens de middeleeuwen werd onder druk van de steden, de Hanzesteden voorop, het vindersaandeel vervangen door een vast arbeids- of vindersloon. In die tijd waren de jurisdicties langs de Europese kusten sterk versnipperd. Ook de Hanzesteden onderling kenden hun eigen versies van het zeerecht en die werden steeds aangepast aan de eisen van de praktijk. De Hanze vond onder de diverse koningen bondgenoten in de strijd tegen het strandrecht. Bijkomend motief van deze koningen was vergroting van hun macht door uitschakeling van territoriale machthebbers, die zichzelf koninklijke prerogatieven (waaronder het strandrecht) toegeëigend hadden. Pas aan het eind van de middeleeuwen wordt in geheel Noordwest-Europa een op hoofdlijnen uniforme formulering bereikt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2021 | | pagina 9