in mijn hals
Nummer 141, december 2021
28
Historische Vereniging Texel
Vier nieuwe getuigen van Grietjen Jans
Geen wonder dat ze op 13 januari 1699 nog
wist dat ze geen echte trouwbelofte had ontvangen,
zoals een gift of geld of een briefje (in 1695 heeft
iemand er zelfs een met eigen bloed geschreven).
Mét trouwbelofte was zwangerschap geen probleem
geweest, zónder trouwbelofte kon de mogelijke vader
alleen worden verplicht bij te dragen in het onderhoud
van het kind.
ze wapeling
potje.
De vierde getuige van Pieter Plomp, Cornelia Fierens,
de vrouw van de herbergier, verklaart dat toen de
geruchten gingen dat haar meid ‘in de kraam' moest,
ze haar heeft gevraagd of ze een vrijer of een kweester
had gehad en of Piet haar te na was geweest waarop
ze verschillende keren als antwoord gaf: “Ik moet niet
kramen en Piet is daar ook vrij van.”
Tenslotte verklaart getuige nummer vijf Aefjen Sijmens
(29) dat ze Grietjen dikwijls heeft horen zeggen dat ze
zo vrij van Piet was als God van zonden en ze had haar
ook bij de wastobbe zien staan waar
zeepsop) heeft gedronken uit een
een poging
Het lijkt erop dat als Grietjen geen miskraam krijgt,
Piet met haar zal trouwen. Maar omdat de stukken
van het proces ontbreken, blijft voorlopig duister wat
er is gebeurd. Vier jaar later worden een aantal zaken
duidelijk.
Grietjen had dus zelf tegen verschillende vrouwen
gezegd dat ze vrij was van Piet, dat wil zeggen, van
hem geen trouwbelofte had ontvangen en dat ze niet
eens zwanger was. En dan ook nog eerst een ander als
vader aanwijzen. Ze heeft zo'n beetje alles verkeerd
gedaan. Iemand die zo gemakkelijk omgaat met de
waarheid kan in het kraambed zweren wat ze wil,
maar zo'n eed is natuurlijk niets meer waard. Het ziet
er slecht voor haar uit.
Een volgend proces
Op 10 april 1704 is er weer een rechtszaak tussen
Grietjen Jans en Pieter Pietersz Plomp en daarvan zijn
de processtukken er nog wel. Grietjen eist dan tien
ducatons (twintig gulden) van Pieter Plomp, voor
een jaar onderhoud van het kind dat reeds overleden
is. Dat is conform het vonnis van schepenen van 5
februari 1699, waarbij Piet was veroordeeld om tien
ducatons per jaar te betalen, achttien jaar lang of voor
Dit waren wederom pogingen van Grietjen om haar
zwangerschap te beëindigen. Ook blijkt hieruit dat er
nog iemand anders was, die ze eerder als vader van
het kind had aangewezen. Die is inmiddels overleden.
Zou de Goeijer Gooier) een oudere bemiddelde
weduwnaar zijn geweest?
Ook Zeeuwse Annetien heeft zo'n verhaal. Ze was in
het huis (de herberg) van Jan Fierens en daar maakten
Grietjen en Pieter ruzie met elkaar en Annetien had
toen tegen Grietjen gezegd: “Jij moet Piet niet zo
toespreken. Je moet doen zoals toen Piet bij je sliep,”
waarop Piet zei: “Ja, dat zou beter wezen.” Waarop
Grietjen op haar knieën voor hem ging zitten en zei:
“Mijn lieve Piet” en ze gaf hem een zoen. En toen
zei hij: “Ga maar naar huis, ik zal komen om met je
moeder te spreken en als je je tijd uitloopt zal ik niet
doen als een schelm, maar als een eerlijk jongman.”
doet met vier getuigen in haar voordeel. Allereerst
vertelt Marije Gerrits dat haar schoondochter Aefjen
Sijmens, die had verteld dat Grietjen zo vrij van Piet
was als God van zonden, nu enorme spijt had van haar
verklaring. Ze was gedwongen geweest, ze was niet
goed bij zinnen geweest, ze kon het voor haar goed
noch bloed meer maken om een eed te doen (waartoe
ze in de rechtbank zou kunnen worden opgeroepen).
En van Piet en Trijn Gerrits (zijn moeder?) hoefde dat
ook niet meer en toen ze haar verklaring had afgelegd
was het haar in haar rug geschoten, zodat ze plat op
bed moest blijven liggen.
“O,” had ze tegen Anne IJsbrants gejammerd, “laat
notaris Jan Toornheer toch uit Den Burg komen” om
mijn getuigenverklaring te schrappen. “Ik kan nacht
noch dag rusten en ook niet eten of drinken.”
Die getuige is Piet dus waarschijnlijk kwijt en
misschien valt het ook verder voor Grietjen nog mee.
Een andere getuige, Antjen Swervers (37), verklaart
namelijk dat ze, daags nadat het gerucht ging dat
Grietjen in de kraam moest, Pieter Plomp had
gevraagd: “Piet, hoe ben je daartoe gekomen om
bij zulk een jong meisje te slapen?” Waarop hij
antwoordde: “Ja, daar heeft het wel weg van.” Waarop
zij hem voorhield dat haar moeder een weduwe was en
dat hij maar goed moest zien wat hij zou doen. En toen
zei Piet: “Als haar tijd uitloopt (ze dus voorspoedig
bevalt), dan zal ik doen als een eerlijk jongman.”
De derde getuige van Pieter Plomp, Neeltjen Dirckx
van in de twintig, heeft - toen Grietjen ‘al uit haar huis
was' (om elders te bevallen?) - tegen haar gezegd: “Jij
hebt jezelf dingen kwalijk aangeleerd, dat je Pieter tot
vader van het kind verklaard hebt en nu de Goeijer
do[od] is zou je nog wel goed van hem kunnen erven,
als je bij het eerste zeggen (=aanwijzen) van de Goeijer
gebleven was.”
Toen heeft Grietjen Jans haar met schreiende ogen
geklaagd: “Ik kan mijn woord niet meer
halen doorslikken), dat is nu zo.“
Neeltjen verklaart ook dat ze twee of drie keer heeft
gezien dat Grietjen boven water hing en daar zeep in
deed en achter het keukentje opdronk.