---S
:4
Jantjen Platvoets verklaart dat Grietjen Jans bij haar
Nummer 141, december 2021
Historische Vereniging Texel
27
Nu is ook het relaas van de volgende getuige, dat ik
eerst als een losstaande verklaring las, te begrijpen.
Gerritjen Meijnders (23) verklaart dat zij door Grietjen
Jans is verzocht om het drankje van Jantjen Platvoets
op te halen, omdat Grietjen het zelf niet durfde. En
toen ze het aan Grietjen had gebracht, zei die: “De
meester chirurgijn) heeft tegen [mij] gezegd dat ik
het warm moest maken en 's ochtends en 's avonds
moest innemen”, waarop Gerritjen haar [voor]hield of
haar moeder wel wist dat er ook geruchten gingen dat
zij ‘met kind' was.
Grietjen Jans antwoordde: “Ja, die weet dat wel” en die
had haar ook aangeraden dat zij raad moest vinden, al
zou het haar honderd gulden kosten.
was gekomen en vroeg of het goed (tgoet) klaar was,
waarop Jantjen zei: “Welk goed?” Grietjen antwoordde:
“Het goed dat [u] klaar zou maken voor een vrijster.”
“Wat voor een vrijster?” “[Een] vrijster die vijf weken
het goed gemist heeft.”
De vijf getuigen van de vermeende vader
Pieter Pietersz Plomp blijkt zelf aan andere argumenten
meer belang te hechten. Op zijn verzoek getuigen op 10
januari 1699 vijf vrouwen over de gang van zaken. De
56-jarige Jantjen Platvoets geeft over een ontmoeting
met Grietjen een ingewikkeld verslag, dat me veel
hoofdbrekens heeft gekost. Ik geef eerst een hertaalde
transcriptie van hun dialoog (enkele woorden aan de
rand van de pagina zijn [weggevallen], maar vrij goed
te raden):
Dit was een duidelijk geval van een poging om
een miskraam op te wekken. Pieter Plomp wil hier
klaarblijkelijk mee bewijzen dat Grietjen zelf wel
■-U
.1 vA
Jantjen Platvoets was verbaasd: Hoe kan die meid die
vijf weken het gemist heeft zo mal zijn om alreeds
daarvoor raad te [vragen] en toen heeft de meester toen
hij thuiskwam op haar order het goed gekL.J en klaar
gemaakt. En Jantjen heeft toen ene Gerritjen Meijnders
die daarom [kwam] het genoemde goed gegeven.
Een bizar verhaal. Verderop staat Grietjen een paar
keer achter de wastobbe, waardoor je al snel denkt
dat ze om wasgoed komt voor iemand bij wie ze vijf
weken de was niet kon doen, bijvoorbeeld omdat ze
bevallen moest. Nu de meester (Jantjens man?) terug is
zou er nieuw wasgoed kunnen zijn. Maar vreemd blijft
het.
t f 7*V2 -b®» 4'
Grietjen blijkt de dienstmeid te zijn bij Jan Fierens,
die allerlei functies vervult, zoals impostmeester en
substituut schout en bovendien drijft hij een herberg.
Het zijn mooie getuigenissen voor haar en zo'n eed in
barensnood was voor de gewone man overtuigend, al
werd er in de rechtspraak weinig mee gedaan.
Tot het na veel gepieker ineens tot me doordrong,
dat hier iets heel anders staat. Dat ‘tgoet' hier geen
wasgoed betekent maar iets als ‘goedje' of ‘spul'.
Grietjen vermijdt bepaalde woorden en zegt eigenlijk:
“Is het spul klaar?”
“Welk spul?”
“Het spul dat u klaar zou maken voor
een vrouw.”
“Wat voor een vrouw?”
“Een vrouw die vijf weken geen ‘spul'
heeft gehad.”
Grietjen kwam hier niet om wasgoed, maar om een
of ander middel (een goedje) om haar spul (haar
menstruatie) weer op gang te helpen. Ze was vijf
weken over tijd! En dat was volgens Jantjen te vroeg
om je al zorgen te maken.
Loop je je tijd uit, dan zal ik met je doen als een eerlijk
persoon. Ga maar naar huis, ik zal vanavond bij je
komen.”