y
Beverratten op Texel
Elly Heerschap-Verstegen
r n
Nummer 141, december 2021
22
Historische Vereniging Texel
Onlangs werd me gevraagd of ik een
Dat is ongeveer 70 jaar geleden, dus wel
even spitten.
De bevers werden niet alleen voor het bont gehouden.
Ze werden ook gegeten. Mijn vader slachtte ze en
spande de huidjes om te laten drogen en mijn moeder
kon ze heerlijk braden. Het malse korte vlees leek veel
op het vlees van tamme konijnen. Voor ons en voor
de logees was het een traktatie. Vooral voor een tante
uit Delft, die bestelde de maaltijd al voor ze naar Texel
kwam.
In die tijd werd ik door vrienden en vriendinnen wel
de 'Beverkoningin' genoemd. Dat vond ik beslist niet
vervelend! Beverratten zijn vooral planteneters. Opa
Bakker, de vader van Aad, zorgde voor meelballen uit
de bakkerij en verder kregen ze veel gras en groen uit
de tuin.
Ik was toen 15, 16 jaar en moest zaterdags altijd helpen
om het water te verversen. Dat was een hele klus.
Mijn vader had een pomp geslagen en ik pompte en
sjouwde met emmers. Mijn broertje Henk, toen 10
jaar, hielp ook graag mee. We beleefden er veel plezier
aan en deden het niet met tegenzin, behalve als het
regende.
stukje wilde schrijven over de bevers die mijn vader ooit had. Nou, dat is wel
even terug in de tijd.
Links Diek Verstegen, midden Emy Langeveld (een zuster
van M.S. Langeveld, de toenmalige buurman van de familie
Verstegen aan de Suikerweg, nu de Beatrixlaan) rechts Elly
Heerschap-Verstegen. Op de voorgrond twee beverratten.
Ik weet niet precies hoe lang Bakker en vader de
beverratten hebben gehad, maar rijk zijn ze er niet
van geworden. Twee bonthandelaren kwamen naar
Texel om de huiden te bekijken. De huiden werden
goedgekeurd en er werd een adres in Engeland
opgegeven. Er zijn huiden naar toe gestuurd, maar zijn
ze daar wel aangekomen? Bakker en vader hebben er
nooit meer van gehoord. Als herinnering bewaar ik
nog altijd een paar grote oranje tanden.
Mijn broertje had een lievelingsbever en die mocht mee
naar huis aan de Beatrixlaan, toen nog de Suikerweg,
achter in de tuin. Maar o wee, die had zich ook
Een keer ontsnapten een paar nutria's en die zijn, voor
zover ik me herinner, teruggevonden bij het gemaal
van Kloosterman, bij de Zaandammerdijk. Ze hadden
daar al een flinke dam gebouwd. Ja, dat zat in de aard
van het beestje.
uitgegraven en is er vandoor gegaan. Een straat verder
werd hij teruggevonden. Een grote groep volwassen
mensen stond er om heen. Ze vonden het toch wel eng
en durfden hem niet te vangen. Henk, toen nog een
jong jochie, ging hem ophalen, pakte hem bij zijn staart
en bracht het dier onder applaus weer veilig naar z'n
hok terug.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw was bont
van bevers zeer geliefd. Aad Bakker, ofwel Bakker
de bakker met zijn winkel in de Binnenburg op
de hoek van de Hogerstraat, had een stukje land
schuin tegenover het voormalige Boysveld aan de
Hollewalsweg, nu de Westerweg. Mijn vader Diek
Verstegen en Aad Bakker maakten een plan om daar
bevers te gaan fokken, met het idee dat daar misschien
wat mee te verdienen was. Zo gezegd, zo gedaan. Ze
metselden hokken, maakten een nachtverblijf, een
loopruimte en een waterbak. Alles werd ruim opgezet,
zodat de dieren voldoende beweging konden krijgen.
Daarna werden er beverratten, nutria's, aangeschaft. In
tegenstelling tot gewone bevers hebben nutria's geen
platte staart, maar een ronde. Ze hebben grote, oranje
tanden. Kop en romp zijn samen 42 tot 65 cm lang en
de staart ongeveer 40 cm.
X*. M
-