I IM
i’-v
Nummer 141, december 2021
Historische Vereniging Texel
15
Literatuur
Louise E. van den Bergh-Hoogterp, 1990: Goud- en zilversmeden
te Utrecht in de late middeleeuwen, Den Haag
Marleen De Groote, 1999: De baljuwsrekening: venster op de
praktijk van het middeleeuwse strandrecht in Vlaanderen, in: Madoc,
jaargang 1999, p. 258-267
R. Degryse, 1956: V. Niitemaa, Das Strandrecht in Nordeuropa im
Mittlalter, Helsinki, in: Revue belge de phililogie et histoire, tome 34,
fasc.4,1956, pp. 1175-1179
Edda Frankot, 2015 A: 'Of Laws of Ships and Shipmen' Medieval
Maritime Law and its Practise in Urban Northern Europe,
Edinburgh
Edda Frankot, 2015 B: De Ordinancie van Staveren' en het
Hanzeatisch zeerecht, in: It Beaken, jiergong 77 nr. 1/2 p. 1-23
Gijs van der Ham 2013, De geschiedenis van Nederland in 100
voorwerpen, Amsterdam
Bronnen
Nationaal Archief (NA), Blois 51 (scan)
Nationaal Archief, Blois 40, 42, 43, 44, 45, 45, 49, 50, 51, 105, 111
en 113 via www.HoGenDa.nl in transcriptie door H.A. Verhoef,
geraadpleegd in maart 2021.
RAA, archief Henk Schoorl
J.C. Kort, 1996: Repertorium op de Grafelijke lenen in Friesland
ten westen van het Vlie, 1254-1649 www.HoGenDa.nl,
geraadpleegd 2 september 2021
J.C. Kort, Leenkamers van de Graven van Blois, 1282-1650.
www.HoGenDa.nl, geraadpleegd 2 september 2021
Elyas Scerpswert kreeg belangrijke opdrachten van
de kerk in Utrecht, van de Heren van Culemborg en
beide Graven van Blois.26 Werk van Elyas Scerpswert
is nu zeldzaam. Feitelijk is alleen de reliekhouder
in het Rijksmuseum bekend. Dat roept de vraag op
waar de van het “Texelse zilver” gemaakte kelk nu is.
Het Rijksmuseum en het Museum Catharijneconvent
weten het niet. Is-ie omgesmolten uit mode-
overwegingen? Is-ie verwoest bij de brand van het
kasteel in 1518, of zoekgeraakt of is-ie misschien nog
ergens, mogelijk in Frankrijk, het thuisland van de
Heren van Blois? Die kans lijkt klein.
Elyas Scerpswert, goud- en zilversmid in Utrecht, maakte
van “van alrehande zulveren ghelde en zulver dat in
Texel aenquam doe alle de scepe daer braken" een verguld
zilveren miskelk in opdracht van Blois. Hij maakte ook
deze reliekhouder, met een scharnier vlak onder de mijter
(Rijksmuseum BK NM 11450).
Tot besluit
De inspanningen van Jan van Blois en na hem van
zijn broer Gwyde om de eigenaars van strandgoed
op te sporen en hun eigendommen, verminderd
met een in de huidige tijd als 'bergingsvergoeding'
beschouwd deel, aan hen terug te geven, illustreert hun
denken over eigendom. Dat past in de door de Hanze
geïnitieerde mercantiele opvattingen en daarmee in de
door kooplieden en steden gedomineerde toenmalige
tijdgeest in Holland en de kusten van de Noord
en de Oostzee. Daarmee namen ze afstand van de
formulering waarmee de Hollandse graaf Willem III
hun grootvader Jan van Beaumont beleende met het
Texelse leen, inclusief alle zeevond: wij noemen dit
nu strandvond. De strandvond waarvan de eigendom
onbekend was, vond in de Graven van Blois nieuwe
eigenaars. En dat legde hen geen windeieren.
E
'V
V
dat in Texel aenquam doe alle de scepe daer braken”
een zilveren kelk te maken en te vergulden. Het
zilver werd door de toenmalige rentmeester van Blois
op Texel, Gerrit van Oosterwijk, in Schoonhoven
afgeleverd.24
Omdat ene broeder Ruerich in de afrekening
genoemd wordt en sprake is van een deels vergulde
kelk, neem ik aan dat dit een miskelk was, bedoeld
voor de huiskapel van het kasteel te Schoonhoven.
Daar droeg broeder Ruerich de mis op. Ruerich van
Hackenberg was karmeliet en een van de broeders
van het door Jan van Beaumont, de grootvader
van Jan van Blois, gestichte karmelietenklooster in
Schoonhoven.25 Wanneer we voor een loet zilver 15
gram rekenen, komt 34 loet voor de kelk overeen met
een totaalgewicht van 510 gram zilver, dat is voor een
miskelk voor een huiskapel een forse maat. Er werd
blijkbaar niet alleen genipt van de wijn.
V-