1367 1272 1232 629 592 208 5300 pond 1367 1368 1369 1373 1376 1417 1759 2122 2476 132423 Nummer 141, december 2021 14 Historische Vereniging Texel jaar In deze bedragen zijn niet de baten voor de rentmeester/schout opgenomen, die ook zijn deel had van deze ontvangsten. Jan van Blois was vaste klant bij Scerpswert. Hij bestelde gebruiksvoorwerpen, zoals schotels, kannen en bekers, kerkzilver en sieraden zoals zilveren gordels. Ook liet hij reparatiewerk uitvoeren. Af en toe bracht hij een bezoek aan de werkplaats van Scarpswert en nam dan drinkgeld mee voor de knechts. In 1368 kreeg meester Elyas opdracht van Blois om “van alrehande zulveren ghelde en zulver Ter vergelijking volgt hier de reguliere afdracht van de rentmeester van Texel (bestaande uit geïnde belastingen, boetes, de opbrengst van de en de rechtstreekse verkoop van Een lucratief bedrijf Uit een overzicht van kosten en opbrengsten van een aantal jaren blijkt dat de strandvonderij in de veertiende eeuw een lucratief bedrijf was. Vooral hout (door het enorme volume), bijenwas en bont (door de hoge prijzen) droegen hieraan bij. konijnenvangst strandvond): rentmeestersafdracht in ponden De koopman Helminc van der Heijden uit Lijfland overhandigde brieven van kooplieden uit Brugge en van de graaf van Vlaanderen; hem werd de inhoud van een ton met bont teruggegeven, behalve een bontmantel van beverbont, “die in Texel bleef”; ook werden vier vaten zeehondenspek en vier tonnen met (inmiddels verroest) ijzer geborgen. Van der Heijden wilde de bergingskosten daarvan, totaal 40 nobel (ongeveer 27 pond) betalen. Ter vergelijking: Dirk Moerkijn, de timmermansknecht, ontving jaarlijks 7 pond bij een 6-daagse werkweek en na de ramp op Texel een 7-daagse werkweek. Het zilver van Texel Elyas Scerpswert was zilversmid in Utrecht. Een hele goede, met een groot atelier. Toen werd hij als bijzonder kundig ambachtsman beschouwd, nu als kunstenaar. Een van de honderd topstukken van het Rijksmuseum is een door Elyas Scerpswert gemaakte reliekhouder met de buste van bisschop Frederik van Utrecht, vervaardigd in 1362. Hieruit blijkt dat het recht van zeevond een zeer lucratief onderdeel van het bedrijf van de Graven van Blois vormde. Dergelijke bedragen en de organisatie van zijn bedrijf suggereren een zakelijke instelling; een instelling die past bij de nieuwe tijd waarin een vroegkapitalistische stedelijke economie een steeds sterkere rol speelt. Maar de uitgaven van Blois droegen een koninklijk karakter. Dat leidde tot chronisch geldgebrek en gaten die met gunsten gevuld werden. Daarnaast waren er meerdere gedupeerde kooplieden uit Lochem en Zutphen. Er was een koopman uit een niet met name genoemde stad aan de Sont met brieven van het bestuur van Amager (zuidelijk van Kopenhagen) en de graaf van Vlaanderen, een koopman uit Duisburg en diverse kooplieden met Zweeds en Vlaams klinkende namen, waarvan de herkomst niet genoemd werd. Hierin zijn niet opgenomen de goederen die in het bedrijf en de huishouding van Blois gebruikt zijn en geschonken werden aan familie, vrienden en relaties. Ook het geborgen zilver en goud ontbreekt. Of deze bergingskosten gerelateerd zijn aan de waarde van de geborgen goederen, of aan de door/namens Blois gemaakte kosten is weer onbekend. Een andere koopman, Roelof uter Ha, die met zijn schip in Brugge lag, stond borg voor Van Vinten. Hij werd eveneens bereikt via de graaf van Vlaanderen. De opbrengsten van de grote scheepsrampen in 1367 en 1375/1376 ontbreken in de verantwoording van de Texelse rentmeester; zij werden rechtstreeks in de rentmeestersrekeningen van Schoonhoven opgenomen. Het is aannemelijk dat de belastingopbrengsten en de opbrengsten uit boetes per jaar niet sterk zullen fluctueren. Als we datzelfde aannemen voor de opbrengst van de konijnenvangst, suggereert dit staatje dat de reguliere ontvangsten voor Blois van het leen Texel uit belastingen, boetes en konijnen jaarlijks ongeveer 1300 tot 1400 pond bedroegen. Bij de verkoping na Hemelvaartsdag 1376 bedroeg de opbrengst voor Blois: van 212 vaten boter van bont van hout van 88 vaten zeehondenvet van 74 vaten kaas van ijzer en staal TOTAAL

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2021 | | pagina 16