hl I II .1 J ‘U hl if o I .t KL 1 - jo - - I 6 4. W:'\ - If Nummer 141, december 2021 Historische Vereniging Texel 13 Uit twee tonnen van Ludekin van Vinten (uit het graafschap Mark nabij Kleef) verkocht Blois 500 bontvellen aan een handelaar uit Stupsk (nabij Danzig); de helft van wat over was, werd teruggegeven aan Ludekin van Vinten, de andere helft behield Blois. Sculptuur van een Russische pelshandelaar met een bevervel in de hand, fragment van de kerkbank van de Ruslandhandelaars in de Dom in Lübeck, vervaardigd tussen 1400 en 1425. Per ton ging het soms om 6000 vellen, voornamelijk nerts en bever. Het bont van eekhoorns en kleine marterachtigen zoals hermelijn ging in bosjes, 'tymer'. Het aantal vellen in zo'n 'tymer' is (nog) onbekend. Dat kleine bont werd voornamelijk gebruikt voor voering van kleding. In de rekeningen komen we regelmatig naailoon tegen van kledingstukken bestemd voor Blois, zijn gezinsleden en personeel. En daar duikt het bont op als voering van jassen. Wanten werden meestal gevoerd met lamsbont. Als herkomst van de materialen (groen laken, bever, lam, nerts) werd daarbij “strandvond van Texel” of “van Texel” vermeld. Aan de hand daarvan wordt informatie ingewonnen bij de graaf van Vlaanderen, de steden Gent en Brugge en kooplieden in Dordrecht. Vanaf Hemelvaartsdag 1376 konden eigenaars van de geborgen goederen hun eigendommen terug ontvangen na betaling van een bergingsvergoeding, respectievelijk geborgen goederen kopen. Sommige merken werden niet herkend of de eigenaars daarvan werden niet bereikt. Sommige vaten met één merk bevatten goederen van meerdere kooplieden. Eén eigenaar van geborgen bontwerk, boter en kaas arriveert pas tijdens de verkoping, terwijl Blois al een gedeelte van diens bontwerk voor zich zelf geselecteerd had en een ander deel al verkocht was. Vervolgens draaiden de heren Jan van Langerak en Dirk van Gouda hun koop terug ten gunste van de gedupeerde handelaar. Als pleister op de wonde kreeg de handelaar een groot pak met natte hazenvellen, die niemand wilde hebben. In oktober 1375 was het weer raak en verongelukte een onbekend aantal schepen. In de rentmeestersrekening zijn 21 op vaten en pakken aangetroffen merktekens overgenomen. Eigendomsmerken van de kooplieden Ludekin van Vinten uit Lijfland, Vrowijn Stopinc uit Stupsk bij Danzig, Helminc van der Heijden uit Lijfland, Tydeman Wermeskerc, Roelof uter Ha, Goodscalc Duusborch en het dubbelmerk van Claes Lymborch. (Nationaal Archief, rekeningen Blois NL-HaNA_3.19.10_51_0015 en 17) s s‘c; i v i

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2021 | | pagina 15