Nummer 140, september 2021
Historische Vereniging Texel
5
kamassen. Dus geen laarzen uit een stuk maar schoenen
met geriemde beenkappen.”
Wielrijder bij de Huzaren? Het zou best kunnen. Want
terwijl de naam Huzaren doet geloven dat het om berede-
nen te paard gaat, hoeft dit helemaal niet zo te zijn. Een
Regiment telde toen eskadrons te paard óf op de fiets of
allebei.
De Gevechtsverslagen van het Nederlands Instituut voor
Militaire Historie (NIMH)
Joost Bruinsma van de Stichting De Greb schrijft: “Als Jan
Schrama is opgekomen in juli 1939, dan zal hij waarschijn
lijk in mei 1940 nog bij het Depot Bataljon van de Cavalerie
hebben gediend, waarschijnlijk in de Alexanderkazerne in
Den Haag. Op 1 mei 1940 was er wel een reorganisatie van
de cavalerie geweest, maar de troepen in depot werden
waarschijnlijk niet bij de parate troepen ingedeeld. Of hij
In één enkel geval wordt een detachement van de 3e Afde
ling Depot Cavalerie ingezet bij de parate troepen. Grena
diers van de infanterie vragen om hulp bij het verdrijven
van Duitse parachutisten die zich hebben verschanst in
villa Dorrenpaal bij de Vliet. Luitenant George Maduro
wordt er door Commandant Overbeck heen gezonden. Hij
neemt 14 man en een geschutstuk mee en herovert de villa
stormenderhand onder vijandelijk vuur. De bewoonsters,
vier oudere dames, duiken op uit de kelder en melden dat
er nog Duitsers beneden zijn. Deze worden er min of meer
uitgeschoten en in totaal worden tien parachutisten krijgs
gevangen gemaakt. Het is een heel kleine kans, maar Jan
Schrama kan natuurlijk bij deze groep zijn ingedeeld. De
luitenant is na de capitulatie actief geweest in het verzet
en is tenslotte opgepakt en omgekomen in Dachau. Hij is
na de oorlog postuum onderscheiden met de Militaire Wil
lemsorde. Zijn ouders hebben toen als eerbetoon aan hem
en aan alle andere strijders Madurodam gesticht.13
Onder archiefnr. 409 27.1 536022 staat het verslag van
Majoor V.F.W. Overbeck Commandant van de 3e Afdeling
Depot Cavalerie, het detachement bewakingstroepen. Bij
dit detachement zou de lichting '39 van Jan en de lichting
van '40 hebben gediend. Zij werden voornamelijk ingezet
bij de bewaking van spoorwegovergangen, bruggen en
viaducten. Ook worden woningen doorzocht, waar nodig
met assistentie van afweergeschut en er worden diverse
verdachte personen aangehouden. De controle van bur
gers blijkt een heikel karwei en het op straat opereren ook
niet zonder gevaar: regelmatig worden de pelotons vanaf
daken en torens onder vuur genomen.
Op 13 mei om 19.30 uur worden nog twee pantserwagens
ingezet om de taxi's met koningin Wilhelmina en haar
gevolg te begeleiden naar Hoek van Holland. Op 14 mei,
na het bombardement op Rotterdam, worden de wapens
neergelegd en op 15 mei keert het detachement terug naar
de Alexanderkazerne.
Na de capitulatie kon Jan niet direct naar huis. De
krijgsmacht werd nog enige tijd ingekwartierd. Om het
thuisfront te informeren, werd in de regionale kranten
een bericht geplaatst met de kop “Nieuws van militai
ren, waar zij zijn en hoe ze het maken”. Zo stond in de
IJmuider Courant van 21 mei 1940 in wel drie kolommen
breed een extensieve opsomming van tientallen bataljons,
compagnieën, eskadrons en staven met daarbij de opstal
len en barakkenkampen van hun verblijf. Zo meldt het 5e
Regiment Huzaren “Alles wel” vanuit Haarzuilen. Som
mige onderdelen melden tevens verliezen, andere zijn nog
niet gelokaliseerd. Het 3e Regiment Huzaren wordt in dit
bericht niet genoemd. Tenslotte keert iedereen huiswaarts,
De staat van dienst van Jan Schrama
Aan Serge Blom, medeschrijver van de militair-historische
gids, vroeg ik hoe een Texelse jongen bij de Huzaren
terecht kon komen. De ruiterij bestond toch vooral uit
adellijke en andere hoge heren? Serge wist dat dienstplich
tige jongens uit de stad veelal bij de infanterie werden
ingedeeld, terwijl jongens van het platteland vaker bij de
cavalerie terecht kwamen. Zij hadden waarschijnlijk erva
ring met paarden en die hadden zoals gezegd verzorging
nodig. Jan Schrama was geboren op een boerderij, dus dat
klonk aannemelijk. Serge wist ook hoe je erachter kon ko
men waar Jan gelegerd was geweest. Het was onder voor
waarden mogelijk een Staat van Dienst op te vragen bij het
Persoonsarchief van het Ministerie van Defensie, waar alle
personeelsdossiers van de afgelopen 100 jaar worden be
waard. Deze Staat werd me na aanvraag toegezonden en
er staat op vermeld “Ingedeeld bij het 3de Regiment Huza
ren 1e ploeg”. Dus de kwalificatie van Gerrits en Blom was
correct! Daaronder staat dat Jan is ingelijfd als gewoon
dienstplichtige op 3 juli ‘39 en net als alle dienstplichtigen
met groot verlof is gegaan op 27 mei ‘40. Verder worden er
op de staat nog wat personalia vermeld, maar dat is alles.
Geen woord over de oorlog.
Op het moment van de inlijving van Jan Schrama in juli
1939 was het nog geen oorlog. Duitsland zou Polen op 1
september 1939 binnenvallen en daarmee de wereldoorlog
ontketenen. Maar de spanningen waren opgelopen en op
28 augustus 1939 mobiliseerde Generaal Winkelman alle
dienstplichtige militairen. De lichtingen '24 tot en met '38
werden opgeroepen. Het leger was nu 280.000 man sterk.
Het had accommodaties nodig plus 40.000 paarden, 12.000
vrachtauto's en 1600 personenauto's, alles gevorderd bij de
burgers.12 Op Texel werden de paarden gekeurd op Son-
nevanck en verscheept. Een paar honderd Texelse jonge
mannen voegden zich bij het onderdeel waar ze bij hun
inlijving waren ingedeeld. Jan bleef bij het 3e Regiment
Huzaren ‘in depot' in de Alexanderkazerne in Den Haag.
bij de gevechtshandelingen van het 3e Regiment Huzaren
betrokken is geweest, is dan ook eigenlijk wel twijfelach
tig. Of misschien heeft hij toch gevochten, maar dan bij het
depotdetachement van Maduro.”