fc.-
Jj
W a MILI
n i
MI I
V v
De Middeleeuwen
Nummer 140, september 2021
Historische Vereniging Texel
9
Op en in deze huisterp zijn resten van gebouwde
structuren aangetroffen, de eerste middeleeuwse
bewoning van Oosterend. Dit waren geen woningen
van baksteen met pannen daken, maar huizen en hutten
opgetrokken uit natuurlijke en in de directe omgeving
voorhanden zijnde bouwmaterialen als kleizoden uit
de kwelder, palen en planken van lokaal of uit de regio
afkomstig hout, hooi, stro en leem.
Uit de analyse van de gevonden structuren blijkt
dat het mogelijk om een hutkom gaat. Een hutkom
is een half in de grond uitgegraven schuur waar
Op deze uitsnede van het Actueel Hoogtebestand Nederland
is goed te zien hoe het terrein vanaf de hogere gelegen
Koetebuurt via de Wierstraat snel naar beneden afloopt
naar de lager gelegen Achtertune. Met stippellijnen zijn de
perceelgrenzen van de te herbouwen woningen aangegeven.
Oosterend, ouder dan we tot nu toe dachten
De vroegst dateerbare resten in de opgraving aan
de Koetebuurt werden gevormd door een akkerlaag
met ploegkrassen van een eenvoudig eergetouw, een
frame van hout met daaronder uitstekende stokken die
door een os werd voortgetrokken. Samen met enkele
greppels en enkele scherven aardewerk dateren ze
uit de prehistorie, ofwel de Midden- en Late IJzertijd.
Uit de inheems Romeinse tijd ontbraken sporen van
menselijke activiteit.
Op de prehistorische akker lag een kleilaag. Daaruit
blijkt dat de Koetebuurt in de Vroege Middeleeuwen
wateroverlast kende; delen van de akker werden
door de zee overspoeld. Aan de Koetebuurt lagen
twee akkerlagen onverstoord boven elkaar, terwijl
aan de lager gelegen Wierstraat de akkerlagen deels
verspoeld of helemaal weggespoeld waren en in de
middeleeuwen met een dikker pakket opgehoogd
waren dan aan de Koetebuurt. Als reactie daarop
werden kleine dammetjes opgeworpen om de akkers
tegen het zeewater te beschermen. Dit wijst erop
dat men in de Middeleeuwen met veel inspanning
probeerde lijf en goed te beschermen tegen het
oprukkende water. Dat moet, gezien de schaarse
aardewerkvondsten, ergens in de 5e of 6e eeuw hebben
plaatsgevonden. Vervolgens werd in meerdere
fasen tijdens de Vroege Middeleeuwen een fors
ophogingspakket aangebracht, een huisterp.
De gestapelde zodenwand aan de Koetebuurt links van de rood/witte jalon. Kraanmachinist Albert Rodenhuis houdt het
geïnteresseerde publiek op de hoogte. Foto Archeologie West-Friesland.
Legenda
NAP-hoogta
AHN 3 - tov NAP
[~l 0125
0.5
O °-75
EJ 1
aF
Ir.,
A~ O 1
->
':Z
‘"S-
-
02^