w
L J
F' WK
Nummer 137, december 2020
Historische Vereniging Texel
6
een soort Woodstock in Rotterdam', drie dagen zang en
dans.
Het liep tegen het eind van het schooljaar. Ik was 15 jaar
in die tijd en volop aan het uitgaan in de wereld van 010.
We zagen de advertenties: ‘vrijwilligers gevraagd voor
hand- en spandiensten voor het Holland Pop Festival'.
Dat betekende een kleine vergoeding, GRATIS naar
binnen enzovoorts. Ik was te jong, maar dat zag je niet
aan de buitenkant, dus werden mijn vrienden en ik
achter elkaar aangenomen. Het leek wel of we naar het
beloofde land gingen. We zouden wel 35 gulden krijgen,
etensbonnen en een heus T-shirt met daarop: We Help
YouEr kwam een info avond vooraf en het was ons
allemaal duidelijk.
Vanuit Vlaardingen vertrokken we met de trein richting
Kralingen. Slaapzakken, een verschoninkje en een
tent mee. Bij aankomst in het vrijwilligers gebeuren
kregen we de versierselen en alleen wat voedselbonnen.
Het geld kwam nog wel eens. De tent opgezet, de
slaapzakken erin, het feest kon beginnen. Aanvankelijk
kweten we ons best van onze taken. Maar het bleek al
snel uit de hand te lopen. De hulp die we voornamelijk
boden was het over de hekken helpen van de illegalen.
Er waren er heel wat die uit de USA en Engeland
kwamen.
Mijn hele carrière bij de ‘We Help You' boys heeft voor
mij maar erg kort geduurd. Ik gaf mijn t-shirt weg of
ruilde het ergens voor (geen idee meer) op de eerste dag.
Achteraf gaf ik een kostbaar collectorsitem weg. Maar
dat duurde een jaar of wat eer ik daar achter kwam.
René Pop
René Pop, de vogelfotograaf, was in 1970 nog geen
Texelaar. Inmiddels al heel veel jaren wel. Hij ging vanuit
zijn woonplaats Vlaardingen naar Kralingen.
"In Aloha lazen we het voor het eerst, denk ik. ‘Er komt
Wij gingen met een groepje naar Kralingen. Marian
Huisman, Joes Schoo, Harry Bakker en ik. We gingen
met de trein, eerst naar Amsterdam waar we onze
Amsterdamse vriend Hans ophaalden en daarna
naar Rotterdam. Wij hadden wel een tent mee, en wat
kookspullen, zodat we pannenkoeken konden bakken.
Onze tent stond bij een boom, maar slapen deden we
ook onder en op een plastic vuilniszak buiten. Jammer
genoeg hadden we ook 32 gulden aan een kaartje
besteed, dat bleek weggegooid geld. Er werd niet meer
gecontroleerd, dus iedereen liep gewoon naar binnen.
Van hasj, pillen of bloot trippende hippies heb ik niets
gezien of gemerkt, laat staan zelf ervaren. Ik denk dat
we wel een fles vieux meehadden; we hielden erg van
Plantinga.
Van de muziek herinner ik me vooral Pink Floyd, bij
zonsopgang (of ondergang). De Amerikaanse bands
vielen tegen, door de geluidskwaliteit en door de
inname van de bandleden, denk ik. De Byrds hadden
bijvoorbeeld grote moeite hun nummers tegelijk te
beginnen en te eindigen. Mungo Jerry en de vliegende
etensbordjes staan me ook nog voor de geest, maar dat
was op de laatste dag, toen gingen we weer naar huis.
Het enige tastbare overblijfsel van Kralingen dat ik heb,
is het kleurige affiche van Alan Aldridge. Dat hing ik op
in mijn kamertje.
Eén van René zijn mede vrijwilligers, foto wikimedia commons.
L
'i MW&v