Jan Timmerman en Bas Huisman, foto Aart van den Brink.
Nummer 137, december 2020
Historische Vereniging Texel
3
Zondagmiddag trad Mungo Jerry op, het zonnetje begon
weer te schijnen. Met zijn nummer ‘In the summertime’
kwam de stemming er goed in. De overal liggende witte
etensbordjes, van de nasi of bami, werden massaal in de
lucht gegooid. Een bijzonder gezicht was het.
gedurende het hele festival gemoedelijk. Hier en daar
werd wel een pijpje met hasj gerookt. Maar dat iedereen
zat te blowen, zoals het verhaal gaat, heb ik niet zo
meegemaakt. De muziek was wisselend van kwaliteit.
De Byrds bakten er niets van. In mijn herinnering kwam
er voornamelijk gekraak en gepiep uit de kolossale
installatie. Dr. John de Nighttripper vond ik wel leuk.
Dag en nacht ging het door. Het werd nooit rustig.
Maar op een gegeven moment wil je wel slapen. En als
je alleen maar een slaapzak hebt, is het niet handig om
in de open lucht te gaan slapen. Dus wij naar de grote
discotent waar Lex Harding plaatjes stond te draaien.
Het was al na drieën en er waren er meer die wel droog
in de tent wilden slapen. Harding wilde wel stoppen,
maar er kwam gemor, doorgaan! Het werd stemmen. De
meesten wilden doorgaan en wij dropen af als slapers!
Dan maar buiten slapen. Lagen we net in onze slaapzak,
begint het toch te regenen. Die nacht geen oog dicht
gedaan. Nog wel een tijdje op een toonbank van een leeg
winkeltje op het terrein een oogje dicht gedaan. Van het
nachtelijk optreden van Pink Floyd weet ik alleen nog
dat ik er uiteindelijk (gelukkig) bij in slaap ben gevallen.
Het was bij tijd en wijle afzien, met natte kleren en met
zo goed als geen slaap.
Maandagmorgen weer naar huis. Bij het wakker worden
was bijna iedereen al vertrokken. Het veld zag eruit
als één grote vuilnisbelt. Oude mannetjes liepen naar
statiegeldflessen te zoeken. De fietstassen zaten snel vol.
En dat is het laatste beeld dat ik heb van het festival.
Op de terugweg hadden we weer mazzel. Bij een
benzinepomp stond een huisarts uit Wieringerwerf. Hij
was zo aardig om ons een lift te geven. Gelukkig stond
mijn bromfiets nog naast het café. Ik was vergeten hem
op slot te zetten!”