Nummer 137, december 2020
26
Historische Vereniging Texel
Niet alleen in brieven en uit herinneringen klinken die
hoop en verwachting. Tijdens de oorlog werden concrete
plannen gemaakt voor het nieuwe Nederland na de
bevrijding. Daarop werd geanticipeerd in ondergronds
gedrukte kranten en gestencilde pamfletten die ook
op Texel verspreid werden, zoals Het Parool en De
Onderduiker. In die laatste stond in het maartnummer
van 1945, het Paasnummer, een artikel Na de periode
van afbreken komt weer de tijd van
saamhorigheid met respect voor
politieke voorkeur een grote rol speelt.
De samenstelling van de taxatiecommissies en hun
werkterrein:
Den Burg 1: Warmoesstraat, Parkstraat, Schilderend,
Slingerweg, Michiel de Ruyterstraat (Julianastraat),
Emmalaan en Suikerweg (Beatrixlaan) de heren Van
der Pijl en Jn. Koorn voor de huizen, de heren Zijlstra,
Verberne en Dros voor het meubilair.
Den Burg 2: Weverstraat, Nieuwstraat, Kantoorstraat,
Zwaanstraat, Gravenstraat, Molenstraat, Hollewalsweg,
Koogerstraat, Witte Kruisweg en Schoonoordweg:
de heren Boeschoten en J. Smit Czn voor de huizen en
C. Groenhof, Lemstra en J. Stam voor het meubilair.
Den Burg 3: Willem de Zwijgerlaan (=Wilhelminalaan),
Waalderstraat, Binnenburg, Hoogerstraat, Weststraat,
Gasthuisstraat, Groeneplaats en Steenenplaats:
de heren P. van 't Hoog en M. Bakker voor woningen
en voor meubilair de heren Koningsveld, Standaart en
Mej. Witte.
De Waal: Daalder en Schoenmaker voor de woningen
en Eelman, Dekker en (onleesbaar) voor het meubilair.
Oudeschild: Jac. de Graaf, Albert Blom en Gebroeders
Zegel.9
Hoop op betere tijden
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in heel
Nederland, ook op Texel, gedroomd, gedacht en in
besloten kring gediscussieerd over betere tijden. Die
zouden komen, na de bevrijding. Alles zou beter
worden: de economische situatie zou normaliseren. De
winkels zouden niet meer leeg zijn, levensmiddelen
en alle andere artikelen zouden weer verkrijgbaar zijn.
Mensen, fietsen en auto's, landbouwproducten en vee
zouden niet meer gevorderd worden. Er zou weer
gebouwd worden. De gedachte aan het vrije woord
was een groot goed, evenals de hoop dat het fascisme
zou verdwijnen en daarmee de Jodenhaat en de overige
uitsluitingsmechanismen. En vooral zag men uit naar
saamhorigheid, de materiële wederopbouw en de
opbouw van een beter Nederland.
In besmuikte termen is dat ook terug te vinden in
brieven.
Op 4 mei 1942 arresteerden de Duitse bezetters 460
keurige heren, ze waren hoogleraar, politicus, schrijver,
musicus, advocaat of burgemeester. Het was een
doorsnede van de Nederlandse elite. En ze hadden
geen flauw idee waarom ze gearresteerd werden. Ze
werden gegijzeld in het voormalige Kleinseminarie in
St. Michelsgestel. Zolang de Nederlandse bevolking
zich netjes zou gedragen, zou hen geen haar gekrenkt
worden. Als dat niet het geval zou zijn, zouden één
of meer van hen zonder pardon meteen geëxecuteerd
worden. Daar, in St. Michelsgestel, begon in 1942 de
grote politieke dialoog. Die begon met een toenadering
tussen verschillende richtingen, die in het verzuilde
Nederland van vóór de Tweede Wereldoorlog
ondenkbaar was. Dat gezelschap en vooral hun
gespreksgroep Heeren Zeventien begon al snel te denken
hoe ze Nederland na de oorlog vorm zouden geven en
komen en communicatie met Bureau Wederopbouw in
Den Helder was onmogelijk. Texel was afgesneden van
de buitenwereld. Om snel zoveel mogelijk beschadigde
panden weer bewoonbaar te maken, voerde Tiessen de
regie. Hij vroeg de aanwezigen om niet op eigen houtje
panden op te knappen, eerst ruggenspraak te houden
met het technisch bureau van de gemeente, geen
beschadigde en/of voor sloop bestemde materialen te
gebruiken zonder instemming van de eigenaar en pas
na vooroverleg met de gemeente. Ten slotte noemde hij
als grondslag van de taxatie de waarde op 9 mei 1940.
Tijdens die vergadering werden vijf taxatiecommissies
ingesteld, drie voor Den Burg, één voor Oudeschild
en één voor De Waal. Zolang de oorlogshandelingen
nog voortduurden, was taxatie en provisorisch herstel
in de andere dorpen en in het buitengebied niet aan
de orde. Vervolgens werd ingegaan op de werkwijze:
schatting per onderdeel in eenheden tegen door Veldstra
genoemde eenheidsprijzen voor de meest gebruikelijke
materialen: gewone glasruiten, glas in lood, metselwerk
halfsteens, dakpannen en dakhout, de niet genoemde
materialen naar inzicht en kennis van de taxateurs en
het geheel te verhogen met 25 voor sociale lasten.
Voor verloren gegane levensmiddelen en sieraden
konden de taxateurs de hulp van deskundigen inroepen.
Voor meubilair dient de informatie van de eigenaar als
uitgangspunt. De gemeente zou zorgen voor uitwerking
van de taxaties in een schaderapport in duplo: één
exemplaar voor de gemeente en één exemplaar voor
de eigenaar als basis voor het Enquêtebureau van de
Wederopbouw.8
Piet Verstegen uit Den Burg was ondergedoken om
aan de Arbeitseinsatz te ontkomen. Eind 1943 werd hij
gesnapt. Op 3 september 1944 schreef hij vanuit vanuit
Berkenbruck am Spree “Ik hoop dat ik ook weer spoedig
thuis mag zijn. Voorlopig heb ik meer dan genoeg
mensenkennis opgedaan. Na deze tijd komt een andere
tijd. Er is nog heel wat goed te maken.”10
opbouwen, waarin
ieders godsdienstige en