de hoop
Nummer 137, december 2020
24
Historische Vereniging Texel
werden in en rond Oosterend 102 schadegevallen
gemeld, variërend van glasschade tot aanzienlijke
bouwkundige schade. Pas in 1955 werd de laatste
schade op Zevenhuizen definitief hersteld.
Op 22 november 1943 kwam een verdwaalde bom
achter de noodslachtplaats aan de Hallerweg terecht
en werden 163 schademeldingen in het schaderegister
bijgeschreven. Ook de V1 die op 19 oktober 1944 de
door de familie Wijngaarden bewoonde boerderij van
Hein Keijser aan de Hallerweg verwoestte, richtte tot in
de verre omgeving schade aan; zo werden uit Den Burg
70 schademeldingen genoteerd. En zo kan ik wel door
gaan.
A.J. Keijser, dijkgraaf van polder Eierland schreef in zijn
voorwoord bij Geweld en Vuur over de Eierlandse Polder
door Alb. Dros, L. van Hoorn en K. Stienstra: “De totale
schade die door de opstand is ontstaan overtreft hier
de feitelijke normale waarde van de geheele grond.
Toch ben ik ervan overtuigd, want daarvoor ken ik
de Eierlandschen bevolking te goed, dat zij zullen
trachten in den kortst mogelijke tijd den polder
weer aan goede, moderne bedrijfsgebouwen te helpen.
EIERLAND WORDT DAN MOOIER ALS OOIT TE
VOREN.”7 Die laatste zin staat symbool voor
dat na de oorlog alles beter zou worden.
Door de schaal van de vernielingen aan boerderijen,
woningen en schuren en de wederopbouw naar
moderne inzichten veranderde het landschap in
Eierland volkomen. Maar wérd ook alles beter?
De schade van 2 november 1944 met nummer 1148
aan de schuur van Jan Kiljan aan de Westerweg (nu
Gasthuisstraat) was het laatste geval van materiële
oorlogsschade aan niet-overheidsbezittingen in
dat register. Vanaf die datum tot en met de Duitse
capitulatie op 5 mei 1945 werd daarin geen enkel
schadegeval toegevoegd. Ongedateerd, maar na de
oorlog, werden 89 schadegevallen aan gemeentelijke
eigendommen bijgeschreven. Dat bracht het totale
aantal schadegevallen in dit register op 1237 stuks.
Maar alle schade aan private eigendommen vanaf 3
november 1944 tot de Duitse capitulatie ontbreekt in dit
register. Juist in dat laatste halfjaar en vooral tijdens de
'Russenoorlog' werd op Texel de grootste materiële en
immateriële schade aangericht.
Bezettingsschade werd niet opgenomen in dit register.
Die werd rechtstreeks door het Bureau Den Helder
van de Schade Enquête Commissie op dezelfde wijze
geadministreerd en vergoed als oorlogsschade. De
onteigening van onroerend goed ten behoeve van
de Atlantikwall, de uitbreiding van het vliegveld in
Eierland en gevorderd vee zijn voorbeelden van
bezettingsschade.
De wederopbouw van boerderijen kwam begin 1943
geheel tot stilstand. Er waren geen materialen en
bouwvakkers meer. De bezetter kon niet langer de schijn
ophouden dat de oorlog was gewonnen. Na de inval in
de Sovjet-Unie verwachtten steeds meer Nederlanders
dat de oorlog binnen de kortste tijd afgelopen zou zijn.
Het dromen over en verlangen naar betere tijden nam
toe en werd omgezet in concrete plannen voor een
naoorlogs Nederland.
Eierland brandt!
Op 6 april 1945 's nacht om 1 uur brak de
'Russenoorlog' uit, ook bekend als de 'Georgische
opstand' of de 'Georgische muiterij'. De boerderij Axel
aan de Vuurtorenweg werd op 8 april als eerste in brand
geschoten. Er volgden meer boerderijen, woningen
en schuren, vooral tijdens de grote razzia op 22 april.
Eierland brandde. Daarbij verloren 18 inwoners van
Eierland het leven. In die periode werden 40 boerderijen
in Eierland zwaar beschadigd of brandden volledig af,
40 arbeiderswoningen in Eierland en alle gebouwen in
De Cocksdorp werden beschadigd, terwijl 22 woningen
verbrand zijn. F. Baijlé, architect bij het BWB, raamde
dat de opbouw van alleen al de boerderijen in Eierland
een bedrag van drie miljoen toenmalige guldens zou
kosten.
Kort na de capitulatie van de Duitsers op 5 mei
1945 inventariseerde Louis van Hoorn, secretaris/
penningmeester/opzichter van het Waterschap
Eierland, de schade die tussen 6 april en 5 mei 1945 in
Eierland was aangericht aan woningen en boerderijen.
Zijn zoon Adri tekende die in op een kaart van de
polder.6 Daarbij gaf hij met cijfers de mate van schade
aan: van 1 (licht beschadigd) tot en met 4 (geheel
verbrand) en 5 (gedeeltelijk verbrand, woonhuis bleef
staan). Die kaart van Eierland spreekt boekdelen:
de gebouwen die deze periode ongeschonden
doorkwamen, zijn op de vingers van twee handen te
tellen.
Schadetaxaties vanaf de Duitse beschieting in 1945
Op 11 april 1945, vijf dagen na het begin van
de Russenoorlog en de daarop volgende Duitse
beschietingen van Den Burg en De Waal, belegde
Tiessen, directeur gemeentewerken, op verzoek van
de burgemeester een vergadering met vaklieden die
hem mondeling toezegden als schadetaxateur te willen
optreden. Door de Russenoorlog en de begrafenis van
de slachtoffers was het niet mogelijk om eerder bijeen te
Behalve deze willekeurig gekozen omvangrijke schades
waren er steeds veel en kleinere schadegevallen.
Immateriële schade en schade aan levende have (vee)
werd niet genoteerd in dat register. Immateriële schade
werd toen beschouwd als normaal levensrisico en was
niet meetbaar.5 Ook schade door verlies van inkomsten
kwam niet in aanmerking voor vergoeding.