Kippen op boerderij De Veen, eind jaren 40 begin jaren 50, foto's coll. familie Huisman.
Nummer 137, december 2020
Historische Vereniging Texel
11
echter aanbieden voor de vrije export. En juist die export
leverde hoge prijzen op, tot 2 cent per ei meer dan de
verplichte verkoop in het binnenland en aan Engeland.
Vooral Duitsland betaalde in de naoorlogse jaren hoge
prijzen voor de eieren.
De vrije eierprijzen leidden echter ook tot een ware
prijzenoorlog tussen de handelaren. Kleine handelaren
werden uit de markt geprijsd en het werkte zwarte
Zowel de veiling als de pluimveehouders hebben
in de naoorlogse bloeiperiode goede jaren gehad.
Een voorbeeld van de ontwikkeling voor een
pluimveehouderij blijkt uit de boekhouding van
particuliere pluimveehouderij De Veen: in 1940 was de
jaarlijkse eieropbrengst 5,22 per kip, in 1953 was dit
gestegen tot 31,83 per kip.14
Een ander punt van voortdurende zorg voor de
vereniging was in die jaren de kwaliteit van de
aangeleverde eieren. Aanvankelijk kreeg de hete zomer,
zoals die van 1947, de schuld, maar ook de jaren daarop
bleef de kwaliteit van de eieren vaak onder het gewenst
niveau. De eieren waren vuil en werden soms gewassen,
waardoor ze snel bedierven. Dat kon echt niet door
de beugel, vooral omdat dit tweede kwaliteit eieren
opleverde, die brachten vanzelfsprekend minder op dan
eerste kwaliteit. De PTV riep dan ook de leden op om de
kippenhokken zindelijk te houden en zindelijke eieren te
leveren en de eieren vooral niet te wassen.12 Om de kennis
van de pluimveehouders te vergroten organiseert de PTV
in 1953 een cursus over het omgaan met pluimvee.
De bloeitijden voor de eierveiling zorgden ook voor een
transport autootje en een vaste administratieve kracht
op het kantoor. De groeiende eierproductie voorzag in
de toenemende export-vraag. Maar ook nam de lokale
afzet van eieren in de loop van de jaren vijftig geleidelijk
toe, vooral in het seizoen. Het groeiende toerisme zorgt
ervoor dat hotels, pensions en detaillisten meer eieren
konden gebruiken. Dat was gunstig voor de omzet van de
veiling, er waren daardoor minder vervoerskosten naar
de overkant. De eierveiling zette sindsdien een steeds
groter deel van de eierhandel op het eiland zelf af.13
handel in de hand.11 Kippenboeren leverden rechtstreeks
aan een overkantse partij omdat dit meer opleverde dan
de handel via de Texelse eierveiling. Dit alles was een
doorn in het oog van de Coöperatieve PTV.
Groei en bloei op Texel
Direct na de oorlog pakte de Coöperatieve Veiling PTV
de draad weer op en maakte in de naoorlogse jaren een
grote bloeiperiode door. De jaarcijfers van de eierveiling
geven daarvan een goed beeld: het aantal verhandelde
eieren liep op van 1,5 miljoen in 1952 tot bijna 4,5 miljoen
in 1957. Het aantal leden van de Coöperatie PTV steeg tot
een recordaantal van 635 in 1953.8
Voor de export sloot de PTV zich aan bij een landelijke
organisatie (VECE) en werkte hiervoor sinds 1949, tot
op bestuursniveau, nauw samen met de Alkmaarse
eierveiling om dit te organiseren. Om elkaar beter
te leren kennen en de samenwerking te versterken
werd in 1950 een gezamenlijk uitstapje van de twee
eierveilingen georganiseerd.9 Het programma bestond
uit een uitgebreide rondrit over Texel met bezoek aan
de broedplaatsen de Muy en de Schorren, waar men tot
verrassing van de Alkmaarse delegatie als het ware, en
heel toepasselijk, over de eieren struikelde. Vanaf die tijd
werden de Texelse eieren twee maal per week naar de
Alkmaarse veiling gebracht.10
In de loop van de jaren 1950 werd de prijs van de eieren
op aandringen van de grote landelijke eier-coöperaties
vrijgegeven, waardoor de prijs flink ging stijgen. Deze
ontwikkeling bracht velen ertoe om kippen te gaan
houden, waardoor de handel in eieren en pluimvee snel
tot bloei kwam. Ook de stimulerende rol van de overheid
in de jaren 1950 hielp hier een handje bij. Ondersteunende
subsidies voor kippenboeren maakten het in die jaren erg
rendabel om kippen te gaan houden.