Eierveiling. Voortaan zullen de eieren worden geveild in de Zwaan. Het Bestuur. Texelsche Courant, 25 juni 1921. Nummer 137, december 2020 Historische Vereniging Texel 10 Eierproductie en ontwikkeling van de eierhandel In de vooroorlogse jaren ontwikkelde de eierveiling zich tot een bloeiende organisatie en werden er mooie winsten gemaakt. In het prachtige handgeschreven notulenboek van de bestuurs- en ledenvergaderingen van de vereniging over de jaren 1925 en 1926, is de voorspoedige een economische factor van belang, waarvan ook handelaren van de overkant profiteerden. Texelse eieren hadden een goede naam. Van die goede naam werd ook wel misbruik gemaakt door overkantse handelaren: goedkope Gelderse eieren werden naar Texel vervoerd om ze vervolgens als duurdere Texelse eieren weer op de markt te brengen. Dit verziekte de markt voor de echte Texelse eieren.4 De eierveiling liep goed en er werd winst gemaakt. Daardoor kon de veiling al snel verhuizen naar een nieuw gebouw in de Kantoorstraat, op de plek waar twee oude paardenstallen hadden gestaan, en waar nu Question is. Op die plek bleef de eierveiling gevestigd tot de sluiting in 1978. Een tweede notulenboek van de PTV beslaat de jaren 1929 tot en met 1954, en hierin valt de verdere ontwikkeling van de eierveiling te lezen. De vereniging bleef in de gehele periode ambitieus, hoewel externe omstandigheden, zoals de crisisjaren en de oorlogsjaren, dit moeilijk of zelfs onmogelijk maakten. Na de oorlog kwam de handel in pluimvee en eieren weer op gang. In eerste instantie werd die voor een groot deel centraal door de landelijke overheid gereguleerd. Pluimveehouders werden verplicht om via de eierveiling een bepaald aantal eieren af te staan voor het binnenland en voor de export naar Engeland. Daarboven mocht men ontwikkeling van de kippen- en eierhandel in die jaren terug te lezen. De PTV besloot zelfs om kippenvoeder te gaan samenstellen en tegen een schappelijke prijs aan de leden te verstrekken. Dit had echter heel wat voeten in aarde. Immers: wie mocht de benodigdheden kopen, mocht dat op krediet, wie zorgde voor levering en betaling van het voer? De boekhouder van de vereniging, tevens penningmeester van het bestuur, had hierin een belangrijke rol, maar of hij die naar behoren vervulde? In de notulen is te lezen dat er wantrouwen was in de kunde en bedoelingen van de boekhouder-penningmeester. Spannende en langdurige ledenvergaderingen leidden uiteindelijk tot een bestuurscrisis. Op een ledenvergadering in 1926 waar een ongekende opkomst van maar liefst 100 leden aanwezig was, barstte de bom. De penningmeester moest bakzeil halen en werd uit zijn functie ontheven.7 Een Texelse eierveiling Een Texels initiatief wilde de eierhandel in Texelse handen houden. Door de eierhandel op het eiland te concentreren kon men sterker staan in de concurrentie met andere delen van het land en een goede prijs voor de Texelse eierboeren bewerkstelligen. Op initiatief van de heren Rentenaar en Sluisman werd op 21 januari 1921 de Coöperatieve Pluimvee- en Tuinbouwveiling PTV, in de volksmond “de Eierveiling" opgericht. Eierboeren konden er hun eieren brengen, maar leden van de eierveiling kregen een betere prijs voor hun eieren dan niet-leden. Wekelijks brachten de eierboeren de eieren mee naar de maandagmarkt en leverden die af bij de eierveiling. Bij verafgelegen eierboeren werden de eieren met paard en wagen opgehaald. De eierveiling werd aanvankelijk op de Vismarkt gehouden, van oudsher de vertrouwde plaats voor de handel in agrarische en tuinbouwproducten, zo ook die in eieren. Medio 1921 verplaatste de veiling naar De Zwaan.5 Hoewel de veiling aanvankelijk ook voor groentehandel was bedoeld, verdween die handel al snel. Maar de officiële naam van de veiling en afkorting PTV werden nooit aangepast.6 In 1929 sprak de PTV over export van eieren naar Engeland en Duitsland. In 1932 werd een auto aangeschaft voor vervoer van de eieren. Maar al snel kondigden de eerste naweeën van de wereldwijde economische crisis zich ook bij de Texelse eierveiling aan: de lonen van directie en personeel werden verlaagd en in 1935 werd ook de auto weer verkocht en werden de eieren met een gehuurde paard en wagen opgehaald. Dankzij die bezuinigingen behaalde de eierveiling tot en met 1940 toch elk jaar een positief resultaat. In 1941 viel de pluimvee- en eierhandel vrijwel stil, ondermijnd door het gebrek aan kippenvoer en de afzetkanalen voor eieren functioneerden niet meer zoals voorheen. Vrije handel met de overkant was nauwelijks meer mogelijk. De overheid stelde de prijzen voor pluimvee en eieren vast. Er bleef nauwelijks handel over, en naast de gewone handel zal ongetwijfeld sprake geweest zijn van een grijze of zwarte markt in deze producten. Voor de eierveiling was er geen handel meer. De ophaaldienst van de eierveiling werd stopgezet en ook de eierveiling sloot zijn deuren. De kippen- en eierproductie die restte, vond zijn weg in de lokale gemeenschap, of werd slechts voor eigen gebruik benut.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2020 | | pagina 12