V'
Nummer 136, september 2020
Historische Vereniging Texel
30
gebaar weer terugstopte. Maar het rook heerlijk, de
karbonades werden gebraden en even daarna kregen
wij een flink bord eten toegeschoven. Het smaakte ons
prima na de sobere maaltjes die wij in de berm van de
weg bij de garage voor ons zelf klaargemaakt hadden.
De stemming werd steeds beter naarmate er gegeten en
meer gedronken werd. Laat op de avond reden we weer
langs het steile weggetje naar beneden. Onderweg zei
Daan: 'Voel je hem' en gaf weer een flinke ruk aan het
stuur om op de weg te blijven. Het was duidelijk dat de
alcohol ons behoorlijk naar het hoofd gestegen was.
Marcel had verteld dat als we beneden op de weg
aankwamen er heel gauw een afslag was om op een
open veld langs de Loire terecht te komen. Op een
gegeven moment zei Daan: 'Hier moet het wezen' en
stuurde naar rechts in de richting van wat we dachten
dat het een pad was. Wat volgde was een flinke klap
en even leek het of we flink naar beneden vielen maar
het viel mee, we konden rechtdoor rijden en kort
daarna zagen we de glinsterende Loire voor ons. Met
een sierlijke boog zette Daan de Hamexpres met zijn
achterkant naar de Loire en konden we ons ter ruste
leggen.
De volgende morgen werden we wakker met een flinke
Bollen kopen
We keerden terug naar Marcel om te horen hoeveel
bollen hij voor ons had. Het bleek dat hij ongeveer 700
kg sneeuwklokken had gerooid, lang niet genoeg om
onze auto te vullen. Hij had wel wat suggesties voor
ons om meer sneeuwklokken te vinden want hij wist
van wijnboeren langs de Loire die zelf sneeuwklokken
hadden gerooid. Er zat niets anders op dan op zoek te
gaan naar die boeren en te zien of zij bereid waren de
sneeuwklokken aan ons te verkopen.
Zo trokken wij met onze Hamexpres langs de Loire
kater. We trokken onze zwembroeken aan en doken
de Loire in. Het was niet lekker zwemmen, de rivier
stroomde ontzettend hard, je kon er niet tegenop en
we werden meegesleurd. We hadden grote moeite om
een plek te vinden waar we weer op de oever konden
komen. Het was wel een halve kilometer verderop
dat het ons lukte en toen moesten we op onze blote
voeten over steengruis en prikplanten onze weg
terugvinden. Maar ook dat lukte en we hebben er niets
aan overgehouden. De eau de vie had wel mijn darmen
ontregeld en ik was gedwongen om regelmatig een toilet
of bruikbaar bosje op te zoeken.
Marcel in het midden met links zijn familieleden en rechts de familie van Daan, broer Jack, moeder en vader Schilling in 1962 of
1963. Tussen Marcel en Jack staat de Spanjaard Jose die samenwerkte met Marcel. Marcel en zijn familie hebben meerdere jaren
sneeuwklokken gerooid voor Daan. Soms trokken de families al kamperend op verschillende plekken wel twee maanden samen op
in het rooiseizoen. Foto Daan Schilling.
h