De verroeste motor die wij in Amiens vonden kwam uit een verongelukte Opel Kapitan uit 1954.
Nummer 136, september 2020
Historische Vereniging Texel
29
De Packard takelwagen van de garagehouder zag er ongeveer zo uit. Deze foto toont een keurige takelwagen van de
Amerikaanse wegenwacht. De Packard waarin wij rondgereden werden, was niet bepaald glimmend, maar hij heeft ons goede
diensten bewezen.
Helaas, het aanslingeren lukte niet toen we de motor
probeerden te starten. Het draaien ging loodzwaar en
we kregen de motor niet aan de praat. De garagehouder
wist raad. Hij reed zijn Packard voor en de Hamexpress
werd erachter gekoppeld. Daan achter het stuur en daar
gingen we. Het duurde even, maar na een paar mislukte
pogingen, waarbij er grote knallen uit de knalpijp
kwamen en wij flink heen en weer geschud werden,
begon de motor te ronken. Hij deed het. Een geweldige
ervaring. Daan zette de motor af, knikte mij toe en zei:
'aanslingeren.' Ik pakte de slinger en draaide, het lukte
bijna meteen. De motor gaf een prachtig gelijkmatig
geluid. We wisten dus dat we de motor weer konden
starten. We waren zeer verheugd en wilden meteen
verder rijden. We waren bijna een week bezig geweest
en we popelden om aan de rij te gaan. We dankten
de garagehouder en Sjors uitvoerig. Daan regelde de
betaling. We braken onze tent af, pakten de spullen in en
vertrokken.
Bij Marcel aan de Loire
Dezelfde dag bereikten we in de avond het dorpje
Langeais aan de Loire in de buurt van Tours. Daar
woonde Marcel en Daan reed zonder aarzelen een
onverharde weg op die vrij steil naar boven ging en
plotseling stonden we voor het huisje van Marcel dat
tegen de bergwand was gebouwd. Marcel was een
stevige, zwaargebouwde man die ons met een bloot
bovenlijf in een tuinbroek en met open armen ontving.
Hij had ons eerder verwacht en was benieuwd waarom
we bijna een week later waren aangekomen. We vielen
met de deur binnen in zijn huiskamer die tegelijk zijn
keuken was. Naast Marcel was er zijn vrouw en een
paar opgeschoten zonen. Marcel stuurde onmiddellijk
zijn vrouw naar de slager om vlees te halen, er moest
gegeten en gedronken worden. De fles met zelfgestookte
eau de vie kwam op tafel en we namen een flinke slok
die in onze ingewanden brandde. Toen Marcels vrouw
thuiskwam, gooide ze haar mooie jurk uit en in haar
onderjurk ging ze aan de gang om het maal te bereiden.
Als ze zich over het fornuis boog rolden haar verlepte
borstjes af en toe uit de onderjurk die ze met een snel