Nummer 136, september 2020 Historische Vereniging Texel 13 Een restant van een bunker van de Süd Batterie op Texel in 1971 Door de vondst van de inscriptie EGB 25 7 42 kon de bouw gedateerd worden in juli 1942. Foto Gerrit Gerrits. Jacob-Friesen vertrok van Hannover naar het bezette Nederland. De al wat oudere reserve officieren gin gen niet naar het actieve front maar werden voor meer militair-administratieve zaken naar rustige gebieden gezonden. Zijn eerste positie was die van Adjudant van de Seekommandant von Nordholland, een van de drie territoriale onderdelen van de Marinebefehlshaber in den Niederlanden Verroeste Duitse Stahlhelm type M-42 opgegraven in december 2019 op de Kop van Zuid in De Koog. Het lederen binnenwerk is nog aanwezig. Foto AWF. Jacob-Friesen hield in elk geval de correspondentie met zijn echtgenote en vrienden in Hannover gaande. Op 15 12-1941 condoleerde hij de Duitse familie Goethert met het verlies van hun zoon die, vermoedelijk aan het front, den Heldentot gefunden hat.30 Het Texelse hoofdkwartier van de Kriegsmarine zat in Den Burg. De tegenhanger van de Inselkommandant was de in Den Haag.22 Eind 1941 werd hij als Inselkommandant van 55 jaar oud gestationeerd op Texel.23 Dit was waar schijnlijk volkomen toeval.24 De precieze ingangsdatum is niet bekend.25 Hij werd beveorderd tot Korvettenkapitan (kapitein-luitenant ter zee).26 Hij was de opvolger van de Inselkommandant Hans Ernst. Eind december 1941 werd tevens vanuit het Oberkommando der Wehrmacht het bevel gegeven voor de aanleg van een nieuwe kustverdedigings- linie, de Neue Westwall. Texel moest naast de al geplaatste versperringen en veldverdediging ook van bomvrije bunkers worden voorzien.27 De Inselkommandant werd aangesteld vanuit de Kriegsmarine voor de militaire verdedigings taken op het eiland. Jacob-Friesen kreeg het commando over de 6de Marine Artillerie Abteilung, de geschutsbat- terijen en het FLAK, Flugzeug Abwehr Kanonen, 808 Marineflakabteilung) het luchtdoelgeschut op het eiland, met name de Zuidbatterij. De soldaten bestonden veelal uit jonge rekruten uit Ost- Friesland en herstellende soldaten van het oostfront. Op Texel vonden zij rust.28 Onder zijn bevel stonden tussen de 600 en 1000 militairen van de Kriegsmarine.29 Op Texel viel voor de Kriegsmarine niet veel te doen. De grootschalige bunkerbouw in 1942 werd overgelaten aan Reichs Arbeits Dienst en plaatselijke aannemers. De solda ten van de Kriegsmarine waren vooral jonge Duitsers. De hulptroepen uit het oosten werden niet in de kustbatterijen gestationeerd. Het leger hield zich bezig met wachtlopen, militaire oefeningen, zwemmen en strandjutten. De solda ten kwamen zelden of niet in de dorpen. Er was veel tijd over. Vanwege de verveling brak dan ook ‘Dünenkolder' uit, een combinatie van heimwee, verveling en eentonigheid. De rol van Jacob-Friesen als archeoloog op Texel Op 1 september 1939 viel het Duitse leger Polen bin nen, de Tweede Wereldoorlog was onafwendbaar. In juli 1940 werd Jacob-Friesen als reserveofficier van de Kriegsmarine, de Duitse Zeemacht, opgeroepen voor zijn dienstplicht.18 Hij bezat in 1941 in elk geval de rang van Kapitan-Leutnant een van de middelhoge officiersrangen, vergelijkbaar met majoor.19 Het Duitse leger liep op 10 mei Nederland onder de voet. Nederland moest capituleren op 14 mei 1940, waarna op 19 mei 1940 ook Texel werd bezet.20 Het aanvankelijke doel was door te stoten naar Groot-Brittannië. Nadat dit mis lukte moest de Noordzeekust worden bewaakt en verder versterkt. Op Texel nam het Duitse leger de Nederlandse barakken en kazematten over en bouwde deze uit. Kleine bunkers werden in 1940-1942 gebouwd. De Atlantikwall werd ontworpen vanaf augustus 1942 en kwam tot uitvoe ring in 1943.21 nen.13 Wel kreeg hij het aan de stok met enkele meer zuiver in de leer werkende nazi-archeologen. Zolang hij gewoon bleef wetenschappen, werd de status quo tussen de Nazi- SS ideologie en zijn museum gehandhaafd.14 Ondanks de dreigende situatie wist Jacob-Friesen zelfs in april 1939 nog budget voor opgravingen los te krijgen.15 Jacob-Friesen werd in november 1940 door de Reichsadminister für Wissenschaft, Erziehung und Volksbildung benoemd tot lid van het Gesellschaft der Wissenschaften in Göttingen vanwege zijn verworven grote verdienste voor het onderzoek van de prehistorie met name in Nedersaksen.16 Maar in het buitenland kon de nazi-archeologie op weinig sympathie rekenen.17 t

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2020 | | pagina 15