Nummer 136, september 2020
Historische Vereniging Texel
12
Onder zijn leiding werd de reguliere archeologie in
Nedersaksen fors uitgebouwd. De periodiek Nachrichten
aus Niedersachsens Urgeschichte werd in 1928 door Jacob-
Friesen geïnitieerd en loopt nog steeds als hoogwaardige
academische serie.
Zijn verbinding met de Nederlandse archeologie stamt uit
de jaren 1920.
De jonge archeoloog Van Giffen op de terp van Ezinge.
Rijksuniversiteit Groningen, BAI.
Samen met zijn studiegenoot en collega Albert Egges van
Giffen, de grondlegger van de hedendaagse Nederlandse
archeologie, verrichte hij in 1922 onderzoek naar het
hunebed in Rijs (F1) in Gaasterland, Friesland. Onder een
grote witte tent groeven de heren samen naar de resten uit
het gezamenlijk verleden van de Trechterbekercultuur.8
Vanaf 17 juli groeven ze de steenkist op. Van Giffen schreef
in 1923 hier over Dr. C. Jacob-Friesen de 'directeur van de
praehistorische afdeeling van het Provinzial Museum te
Hannover': "het zij mij vergund de aangename samen-
De opgraving van de steenkist van Rijs in juli 1922,
met links in gilet Van Giffen en rechts daarvan met colbert
Jacob-Friesen. Rijksuniversiteit Groningen, BAI.
werking met dezen buitenlandschen collega hier met de
grootste ingenomenheid te gedenken".9
In 1927 groeven Jacob-Friesen en Van Giffen samen diverse
vindplaatsen van paleolithicum tot middeleeuwen op in
de Steinkirche bij Quedlinburg, Duitsland.10 De carrière
van Jacob-Friesen bracht hem in 1931 tot voorzitter van
de Vereniging van Duitse Prehistorici. In 1932 werd hij
benoemd tot hoogleraar in de Pre- en Protohistorische
archeologie aan de Universiteit van Göttingen.
Op 5 maart 1933 wonnen de nationaalsocialisten (NSDAP)
de democratische verkiezingen voor de inmiddels
afgebrande Rijksdag in Duitsland. In april 1933 werd in
Nederland een congres van Duitse archeologen gehou
den waarbij ook Nederlandse vakgenoten aanwezig zijn.
Bij deze Gemeinsame Tagung für Altertumsforschung in
Groningen was Jacob-Friesen ook present. Op 8 april 1933
vertrok het gezelschap Duitse archeologen met de trein
naar Assen. De kersverse Prof. Dr. Jacob-Friesen vertelde
hoe men tot zo ver had genoten van de excursie en hoe
zeer zij de energie waardeerden waarmee Van Giffen door
wetenschappelijk archeologisch onderzoek een hoofdstuk
aan de prehistorie toevoegde. Het werd een mooie dag
met onder andere een veldbezoek in Ballo om de grafheu
vels en de celtic fields te bekijken. Het hoofd van de Duitse
delegatie dankte iedereen en nodigde de Nederlandse
collega's uit naar Duitsland op excursie te gaan; 'Auf
Wiedersehen in Deutschland'.11
In mei 1933 werd Jacob-Friesen lid van de NSDAP.12
Omdat hij redelijkheid voorop stelde en wars bleef van de
Kossina-aanhangers, werd hij langzaam diverse orga
nisaties uitgewerkt. Door zijn goede relaties met enkele
hooggeplaatsten kon hij zijn werk als directeur voor het
Landesmuseum in Hannover voortzetten.
In 1936 richtte hij in Wilhelmshaven het
Würtenforschungsstelle op, het huidige gerespecteerde
Niedersachsische Institut für Historische Küstenforschung
(NIHK).
Hij ontkwam er niet aan het Arierprinzip uit de statuten
van de Vereniging van Duitse Prehistorici te onderteke-
VJ