Michiel Bartels
Auf Texel, Inselkommandant Prof. Dr. Karl Hermann Jacob-Friesen
als Duitse archeoloog op Texel (1941-1943)
Inselkommandant Jacob-Friesen, 1942-43. Coll. Gerrit Gerrits.
Nummer 136, september 2020
Historische Vereniging Texel
11
De Duitse inval in Nederland op 10 mei 1940 en de daaropvolgende bezetting betekende voor het land en het eiland een
rigoureuze koerswijziging. De bezetter nam in marstempo al het gezag in Nederland over, ook het dagelijks leven van de Texelaars
zou veranderen. Binnen het Duitse leger waren tal van dienstplichtigen in alle rangen aanwezig, ook archeologen.
De archeoloog en hoogleraar Karl Herman Jacob-Friesen werd als Inselkommandant gestationeerd op Texel en verrichtte in
Den Burg uit eigen interesse een onderzoek naar de Fries-Saksische en dus Germaanse herkomst van de vermeende ringwalburg.
In zijn eigen werkgebied Nedersaksen was de oorsprong van de ringwalburgen al langer onderdeel van het archeologisch
onderzoek en debat. Nu, 75 jaar na de onvoorwaardelijke overgave van het Duitse leger in Nederland, is het tijd om ook op dit
aspect van de geschiedenis terug te kijken.
Daarna keerde hij terug naar Duitsland. In het traditionele
Duitsland van die tijd vielen zijn publieksgerichte
exposities over de prehistorie in het Volkenkundig
Museum in Leipzig op. In 1913 begon Jacob-Friesen
als directie-assistent van het Provinciaal Museum van
Nedersaksen, in 1917 werd hij afdelingsleider voor de
prehistorie en in 1924 algemeen directeur. Professor
Kossinna bleek vanwege zijn afwijkende mening over de
rassenleer ontevreden met zijn aanstelling, de kiem voor
een jarenlange twist werd gelegd.4
Jacob-Friesen ontwikkelt zich als archeoloog
In 1921 veranderde Karl Hermann Jacob zijn naam in Karl
Hermann Jacob-Friesen. Alleen Jacob als achternaam, een
veelvoorkomende Joodse familienaam, was kennelijk niet
Arisch genoeg.6 In het academisch studententijdschrift uit
Leipzig van het dispuut 'Saxo-Thuringia' Der Wehrschafter,
pleitte hij in zijn artikel uit 1921 'Rassenbewusstsein und
Familienforschung' voor raszuivere leden bij het dispuut.
Semitischen Bluteinschlag, dat wil zeggen Joden of halfjoden,
vond hij niet gewenst.7 Zeven jaar later echter maakte
daarentegen Jacob-Friesen in zijn artikel in een feestbundel
korte metten met de rassenleer van Kossina en wees op
wetenschappelijke gronden diens rassenleer af.
prehistoricus van Denemarken. Deze gaf de jonge
archeoloog onverbloemd zijn mening over de Duitsers:
'Sie werden schon wohl gehört haben, das ich ein grofier
Deutschenfeind bin. Aber sie wollen gewiss keine Politik treiben,
sondern Wissenschaft, seien Sie herzlich willkommen!.3 Zijn
studie in Stockholm liep voorspoedig en zijn talent was
overduidelijk. Hij promoveerde in december 1909 aan
de Universiteit van Stockholm op de Prehistorie van
noordwest Saksen.
Jacob (-Friesen) als officier bij de Kriegsmarine
Voorafgaand aan de Grote Oorlog (1914-1918) diende
Jacob-Friesen als dienstplichtig officier in 1910-1911 bij
de Kriegsmarine. Zijn onderdeel was de 1ter Matrosen
Artillerieabteilung in Friedrichsort bij Kiel. Later werd hij
ingezet bij de Duitse inval in Rusland, onder andere op
het toen Russische eiland Ösel, tegenwoordig het eiland
Saaremaa in Estland.5
Jacob (-Friesen) ontwikkelt zich als archeoloog
Karl Hermann Jacob was afkomstig uit een voornaam
Duits patriciërsgeslacht.1 Jacob stond aanvankelijk als jonge
veelbelovende archeoloog gereserveerd ten opzichte van de
racistische en nationalistische denkbeelden die gedurende
het interbellum in Duitsland opgang deden. De beroemde
of eerder beruchte professor prehistorie Gustaf Kossinna
was als hoogleraar destijds de leidende academicus. Vanuit
zijn instituut in Berlijn verrichtte hij onderzoek naar ras,
volk en cultuur. Dit werd later door anderen omgevormd
tot de basis voor de nationaalsocialistische rassenleer
en naar de superioriteit van de Germanen en daarmee
het Duitse Volk.2 In plaats van na zijn studie archeologie
aan de Universiteit van Leipzig in Berlijn bij Professor
Kossinna te gaan promoveren, poogde hij zich in het
gevolg van de baanbrekende archeoloog Oscar Montelius
in Zweden te scharen. Montelius was de grondlegger van
de typologie en chronologie in de Noordwest-Europese
prehistorie. Onderweg naar Stockholm bezocht hij Dr.
Sophus Müller in Kopenhagen, de meest vooraanstaande